Argumentatie 3

3 vwo
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

3 vwo

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Elementen van argumentatie
  • standpunt
  • argument(en),
    feitelijk
    niet-feitelijk

  • eventuele tegenargumenten, weerlegd of niet
  • conclusie 



Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Argumentatie
De diagnose deugt niet, want er zijn meetfouten gemaakt en er zijn gegevens weggeraakt.

  • Wat is het standpunt?
  • Wat is het argument?
  • Wat is de structuur? Enkelvoudig of meervoudig, wel of niet onderschikkend?

Slide 5 - Tekstslide

Hij is geschikt voor deze baan als operateur, want hij heeft al 5 jaar werkervaring. Hij werkte hiervoor immers in dezelfde functie bij een Cinema Opera.
A
enkelvoudige argumentatie
B
meervoudige argumentatie
C
enkelvoudige onderschikkende argumentatie
D
meervoudige onderschikkende argumentatie

Slide 6 - Quizvraag

Het Liemers College is een goede school. De leerlingen halen goede cijfers.
A
enkelvoudige argumentatie
B
meervoudige argumentatie
C
enkelvoudige onderschikkende argumentatie

Slide 7 - Quizvraag

Schooldagen moeten later beginnen. Jongeren hebben een ander bioritme. Minder kinderen komen te laat op school.
A
enkelvoudige argumentatie
B
enkelvoudige onderschikkende argumentatie
C
meervoudige argumentatie
D
meervoudige onderschikkende argumentatie

Slide 8 - Quizvraag

'De baron' is een goede muziekschool. De muziekdocenten zijn heel goed dus de leerlingen leren er veel.
A
enkelvoudige argumentatie
B
meervoudige argumentatie
C
enkelvoudige onderschikkende argumentatie

Slide 9 - Quizvraag

Nu zonder 'ABC'

Slide 10 - Tekstslide

Argumentatie
De diagnose deugt niet, want er zijn meetfouten gemaakt. De thermometer werkte namelijk niet goed. 

  • Wat is het standpunt?
  • Wat is het argument?
  • Wat is de structuur?

Slide 11 - Tekstslide

Argumentatie
Ik voel er niets voor om samen te werken met Anna. Ik vind haar niet betrouwbaar. Ze heeft vroeger fraude gepleegd en ze komt haar beloftes niet na. 

  • Wat is het standpunt?
  • Wat is het argument?
  • Wat is de structuur?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide