Bs 12.3: het hart

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 2

Thema 12       De bloedsomloop

Wat doen we vandaag?

-Herhalen

-Bloedomloop kast 

-Uitleg basisstof 12.3

-Aan het werk

Rode bloedcellen

Witte bloedcellen

Bloedplasma

Bloedplaatjes

kleine bloedsomloop

grote bloedsomloop

Begin kleine bloedsomloop

Begin grote bloedsomloop

Welk van deze bloedvaten heeft een stevige elastische wand, de bloeddruk is hoog.

1. ader
2. haarvat
3. Slagader
4. poortader

Een bloedvat heeft overal kleppen.
Welk soort bloedvat is dit?

1. Slagader
2. Ader
3. Haarvat

Een bloedvat stroomt naar de hersenen toe...dat bloedvat heet

1. Halsslagader
2. Halsader
3. Halshaarvat

De poortader...

1. … loopt van het darmkanaal naar de lever
2. … loopt van de lever naar het hart
3. … heeft zuurstofrijk bloed
4. … bestaat niet

Lesdoelen

• Je kunt de delen van het hart en de aansluitende bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
• je kunt beschrijven hoe een hartslag verloopt.

Het hart 

Is een holle spier. Over het hart lopen:

Kransslagaders = bloed met zuurstof en voedings-

stoffen dat naar het hart toe stroomt

Kransaders = bloed met koolstofdioxide en afvalstoffen dat van het hart wegstroomt.

Zo groot als een vuist, links van het midden

De ribben en het borstbeen beschermen het hart

Dubbele bloedsomloop

Rood = 

zuurstof

rijk

Blauw = 

zuurstof

arm

Het hart aan de buitenkant

Bovenste holle ader --> armen en hoofd

Onderste holle ader --> romp en benen

Longslagader --> naar de longen toe

Longader --> van de longen af (weer naar het

hart toe)

Aorta --> naar alle organen toe

Bovenste en onderste holle ader --> Naar het hart terug 

Komt uit

in rechter

boezem

Het hart aan de binnenkant

Wand linkerkamer = het meest gespierd

Werking hartkleppen

Werking halvemaanvormige kleppen

Kleppen

3.7 Werking van het hart 

3 fases:

1. Samentrekken van boezems
   
2. Samentrekken van hartkamers
   
3. Hartpauze

bloedstroom door het hart

Aantekening

aorta: Slagader waarin bloed van het hart naar alle delen van het lichaam stroomt.

Onderste holle ader: ader (verzamelbuis) waar bloed uit het lichaam naar het hart toe stroomt. 

Bovenste holle ader: ader (verzamelbuis) waar bloed uit hoofd en armen naar het hart toe stroomt. 

Aan het (huis)werk

-Lees blz. 116 t/m 119

-Mk bs 12.3 opdr 1, 2, 4, 5, 6, 9

-Mk in je boek opdr 3 Afbeelding 7 (lees opdracht onderin blz 120)

-Oefen:         https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Hart/hartonderdelen.htm#google_vignette

https://biologiepagina.nl/2en3/Bloedsomloop/Matchoefeningen/bloedvaten/bloedvaten.htm