D-toets filmpje dichtheid

filmpje Dichtheid
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

filmpje Dichtheid

Slide 1 - Tekstslide



De formule om de dichtheid te berekenen is:
A
Dichtheid = massa x volume
B
Dichtheid = massa / volume
C
Dichtheid = volume x massa
D
Dichtheid = volume / massa

Slide 2 - Quizvraag



Je vergelijkt een kilo veren en een kilo lood, wat is juist?
A
De massa van de veren is het grootst
B
De massa van de veren is even groot
C
De massa van de veren is kleiner

Slide 3 - Quizvraag



Je vergelijkt een kilo veren en een kilo lood, wat is juist?
A
Het volume van de veren is het grootst
B
Het volume van de veren is even groot
C
Het volume van de veren is kleiner

Slide 4 - Quizvraag


Als ik een blokje door midden snij, wordt de dichtheid ook kleiner
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag


Wat is het zwaarste...
A
een kilo zilver
B
een kilo veren
C
twee kilo veren

Slide 6 - Quizvraag


Wat heeft het kleinste volume
A
kilo goud
B
kilo lood
C
kilo water

Slide 7 - Quizvraag


De eenheid van dichtheid is...
A
cm3g
B
g(cm)3

Slide 8 - Quizvraag


Als je de massa deelt door het 
volume dan bereken je...

A
het gewicht
B
de inhoud
C
de dichtheid
D
de zwaarte

Slide 9 - Quizvraag


De dichtheid van water is 
1,0 kg/dm3. Wat kan NIET kloppen?
A
dichtheid benzine is 0,72 kg/dm3
B
dichtheid steen is 0,95 kg/dm3
C
dichtheid beton is 2,3 kg/dm3
D
dichtheid goud is 19,3 kg/dm3

Slide 10 - Quizvraag


De blokken zijn gemaakt van hetzelfde materiaal.
Wat kun je zeggen over de dichtheid?
A
Blok 1 heeft de grootste dichtheid
B
Blok 2 heeft de grootste dichtheid
C
De dichtheid van beide blokken is gelijk
D
Je kunt niet weten welk blok de grootste dichtheid heeft

Slide 11 - Quizvraag


Zout water heeft ...
A
een hogere dichtheid dan zoet water
B
een lagere dichtheid dan zoet water
C
dezelfde dichtheid als zoet water

Slide 12 - Quizvraag


De dichtheid van 1 kilogram lood en 1 gram lood
A
is gelijk
B
is niet gelijk

Slide 13 - Quizvraag


welk voorwerp, A of B, heeft de grootste dichtheid?
A
blok A
B
blok B
C
de dichtheid van beide blokken is even groot
D
dat kun je niet zeggen! (te weinig gegevens)

Slide 14 - Quizvraag


 Een blokje met massa van 93 gram is gemaakt van materiaal met een dichtheid van 
2,7 g/cm3. Bereken het volume van het blokje.
A
2,7 cm3
B
34,4 cm3
C
93 cm3
D
251,1 cm3

Slide 15 - Quizvraag


Een blokje van staal heeft een volume van 9,4 cm3. Wat is de massa van dit blokje?
A
0,83 g
B
1,2 g
C
9,4 g
D
73,3 g

Slide 16 - Quizvraag


Een blokje van 43 gram heeft een volume van 3,79 cm3. Van welke stof is het blokje gemaakt?
A
platina
B
aluminium
C
ijzer
D
lood

Slide 17 - Quizvraag