Begrijpend lezen - Vragen stellen Zwing 1

Extra oefenen Zwing 1
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Extra oefenen Zwing 1

Slide 1 - Tekstslide

Vragen stellen
Ga je een tekst lezen? Dan kun je vragen stellen.
Dan begrijp je de tekst beter.  Kijk ook of het antwoord in de tekst staat. 

Een vraag kan beginnen met:

wie, wat waar, waarom, wanneer of hoeveel

Slide 2 - Tekstslide

Hulpblad vragenstellen
Lees het hulpblad nog eens goed door. Het hulpblad ligt ook bij de teksten.

Slide 3 - Tekstslide

Wat ga je doen?
Je krijgt zo meteen opdrachten. Bij elke opdracht hoort een vraag. Je typt het antwoord in het daarvoor bestemde hokje.

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 1
Oehoe valt mensen aan

In Purmerend moet je oppassen.
Want daar leeft een gevaarlijke oehoe.
Dat is een soort uil. 
Hij valt mensen aan.

Slide 5 - Tekstslide

1. Lees de tekst onder Oehoe valt mensen aan (regel 1 tot en met 4). Bedenk een vraag bij dit stukje.

Slide 6 - Open vraag

Opdracht 2
Groot beest
De oehoe is een heel groot beest.
Al een tijdlang vliegt hij rond in Purmerend.
Vooral in de buurt van een sportveld.
Al meer dan 20 mensen zijn door de uil aangevallen

Slide 7 - Tekstslide

2. Lees het stukje onder Groot beest(regel 5 tot en met 9.) Bedenk een vraag over dit stukje.

Slide 8 - Open vraag

Opdracht 3
Slachtoffers
Vorige week viel de grote uil twee sporters aan.
 Beide slachtoffers moesten naar het ziekenhuis.
Een van hen had wel vijf wonden op het achterhoofd.
De oehoe landt bovenop het hoofd van de slachtoffers. 
Een meneer vertelt: ‘Ik ben ook aangevallen. De oehoe viel me van achter aan. Ik voelde acht scherpe nagels op mijn hoofd.
Dus hij landde met twee poten tegelijk.
Dat voelt alsof er spijkers in je hoofd worden geslagen.
11 Het was heel pijnlijk.’

Slide 9 - Tekstslide

3. Lees het stukje onder Slachtoffers (regel 10 tot en met 20). Bedenk een vraag bij dit stukje.

Slide 10 - Open vraag

Opdracht 4
Paraplu’s
Mensen in Purmerend krijgen nu paraplu’s.
Daarmee kunnen ze zichzelf beschermen tegen de vogel.
Maar voor de sporters werkt dat niet goed.
Want sporten met een paraplu is erg lastig.
Daarom werd er vorige week niet gesport.

Slide 11 - Tekstslide

4. Lees het stukje onder Paraplu’s (regel 21 tot en met 26).
Bedenk een vraag bij dit stukje.

Slide 12 - Open vraag

Opdracht 5
Weg 
De mensen zijn de oehoe beu.
Maar hij gaat niet zelf weg.
En je mag hem niet zomaar vangen. Dus je moet nog steeds oppassen in Purmerend.
Een bakker in Purmerend vindt het niet erg dat de oehoe er is.
Hij verkoopt nu namelijk oehoes van chocolade!

Slide 13 - Tekstslide

5. Lees het stukje onder Weg (regel 27 tot en met 33). Bedenk een vraag bij dit stukje.

Slide 14 - Open vraag


Slide 15 - Open vraag