H3.1 Machthebbers in Europa (2)

3.1 machthebbers in Europa: De republiek der 7 verenigde Nederlanden
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.1 machthebbers in Europa: De republiek der 7 verenigde Nederlanden

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les heb je herhaalt wat een republiek is.
Aan het einde van de les weet je wat gewesten zijn.
Aan het einde van de les weet je wie de bestuurlijke macht had in de Nederlanden.
Aan het einde van de les heb je een overzicht gemaakt van het bestuur van de Nederlandse Republiek.

Slide 2 - Tekstslide

Opdr. overzicht bestuur van de republiek(leerdoel 4 en 5)
  • Maak het overzicht tijdens de uitleg
  • Schrijf op wie de macht hadden en waarover.

Zet erboven: De republiek der 7 verenigde Nederlanden

Slide 3 - Tekstslide

Het bestuur van de Republiek: 
  • Een Republiek is een staat zonder vorst, de Nederlandse Republiek had dus geen koning.
  • De Republiek bestond uit 7 gewesten, onafhankelijke provincies. (Holland, Zeeland, Utrecht, Gelderland, Overijssel, Groningen en Friesland. Holland was veruit het rijkste en machtigste gewest.)

Slide 4 - Tekstslide

Het bestuur van de Republiek:
  • Hoogste bestuur van een gewest waren de staten
  • In de staten zitten de vertegenwoordigers van de steden en de adel.
  • Deze bestuurders worden regenten genoemd.
  • Steden werden bestuurd door een paar families
  • Een bestuur door een kleine groep heet een oligarchie. 

Slide 5 - Tekstslide

Het bestuur van de Republiek:
  • De gewesten werkten samen in de Staten-Generaal
  • beslissingen over gezamenlijke buitenlandse politiek, het leger en de vloot.
  • De gewesten benoemden nakomelingen van Willem van Oranje als stadhouder, bevelhebber van het leger en de vloot, heeft veel macht
  • Stadhouder= hoogste regent in dienst van de gewesten. 

Slide 6 - Tekstslide

Het bestuur van de Republiek:
  • Na de dood van stadhouder Willem II in 1650 besloten regenten uit de hele Republiek geen nieuwe stadhouder te benoemen.
  • De Hollandse regent Johan de Witt werd de machtigste man van de Republiek
  • tot 1672 (rampjaar) toen Willem III stadhouder werd. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Leg uit dat er in de Republiek geen sprake is van abslotisme

Slide 9 - Open vraag

Is er in de Republiek sprake van een democratisch bestuur? Leg je antwoord uit, gebruik in je antwoord de begrippen: regenten en oligarchie

Slide 10 - Open vraag