Oefenen schrijfexamen

Schrijfvaardigheid
oefenen met taalverzorging
oefenexamen tekst 'schrijven'
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Schrijfvaardigheid
oefenen met taalverzorging
oefenexamen tekst 'schrijven'

Slide 1 - Tekstslide

Instellingsexamen Schrijfvaardigheid

Tijdens de les gaan we:
- je geheugen opfrissen qua taalverzorging
- Oefenexamen doornemen 

Slide 2 - Tekstslide

taalverzorging bij het examen Schrijven

 
   * werkwoordspelling
   * stijl
   *woordkeus / zinsbouw

Slide 3 - Tekstslide

spelling 
aaneenschrijven, trema's, accenten, koppeltekens, hoofdletters, meervoudsvormen

Slide 4 - Tekstslide

werkwoordspelling
persoonsvorm, tegenwoordige tijd, verleden tijd, voltooid deelwoord, infinitief (= hele werkwoord), sterk / zwak

Slide 5 - Tekstslide

Wat is de juiste vervoeging?
De burgemeester heeft mijn e-mail nog niet .......... .
A
beantwoordt
B
beantwoord
C
beantwoort

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de juiste vervoeging?
Hans .......... dat incident gisteren bij zijn leidinggevende.
A
melde
B
meldde

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de juiste vervoeging?
Meneer De Jong .......... morgen naar afdeling Oncologie.
A
verhuist
B
verhuisdt
C
verhuisd

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de juiste vervoeging?
Suzan .......... haar zorgvrager.
A
douchet
B
douchd
C
douched
D
doucht

Slide 9 - Quizvraag

Stijl 

als/dan, zij/hun/hen en andere stijlfouten

Slide 10 - Tekstslide

Wat is juist?
Sara is beter in medisch rekenen ..... Daan.
A
als
B
dan

Slide 11 - Quizvraag

Wat is juist?
Morgen worden er bijna net zoveel operaties uitgevoerd .... vandaag.
A
als
B
dan

Slide 12 - Quizvraag

Vul het juiste woord in.
Jeanny geeft ..... de juiste oplossing.
A
hen
B
hun
C
zij

Slide 13 - Quizvraag

Vul het juiste woord in.
..... kennen deze collega niet.
A
Hun
B
Hen
C
Zij

Slide 14 - Quizvraag

woordkeuze / zinsbouw

Slide 15 - Tekstslide

Wat is juist?
A
naar aanleiding van
B
na aanleiding van

Slide 16 - Quizvraag

Voorbereidingsdeel 
Wat ga je doen?
Je gaat één schrijfopdracht maken aan de hand van een vooraf beschreven situatie waarin je alle genoemde punten verwerkt. Deze punten maken deel uit van de beoordeling. Zorg dus dat je de opdracht vooraf goed leest en dat je achteraf je werk controleert voordat je het inlevert.

Slide 17 - Tekstslide

Voorbereidingsdeel 
Taak
Met de opdracht die je gaat maken, laat je zien dat je gedetailleerde teksten kan schrijven over onderwerpen uit de (beroeps)opleiding en van maatschappelijke aard, waarin informatie en argumenten uit verschillende bronnen bijeengevoegd en beoordeeld kunnen worden.

Slide 18 - Tekstslide

Je bent voorzitter van de studentenraad van jouw opleiding. Elk jaar voert je school een tevredenheidsonderzoek uit onder alle studenten. Hierdoor weet de school hoe tevreden studenten zijn, wat er goed gaat en wat er veranderd kan worden. Helaas zijn er maar weinig studenten die hieraan meewerken. Je wilt daar graag verandering in brengen.

Je schrijft een aantrekkelijke oproep om studenten over te halen mee te werken aan het onderzoek.
In de oproep:
• beschrijf je de aanleiding;
• beschrijf je waarom studenten zouden moeten deelnemen aan het onderzoek. Geef minimaal twee argumenten;
• leg je uit waarom het onderzoek zo belangrijk is. Omschrijf wat er gebeurt als er te weinig studenten deelnemen en geef minimaal twee gevolgen;
• bedenk je een leuke beloning voor deelnemende studenten;
• sluit je af met een activerende oproep.




Slide 19 - Tekstslide

Je bent voorzitter van de studentenraad van jouw opleiding. Elk jaar voert je school een tevredenheidsonderzoek uit onder alle studenten. Hierdoor weet de school hoe tevreden studenten zijn, wat er goed gaat en wat er veranderd kan worden. Helaas zijn er maar weinig studenten die hieraan meewerken. Je wilt daar graag verandering in brengen. Schrijf een aanleiding

Slide 20 - Open vraag

Beschrijf waarom studenten zouden moeten deelnemen. Twee argumenten.

Slide 21 - Open vraag

Leg je uit waarom het onderzoek zo belangrijk is. Omschrijf wat er gebeurt als er te weinig studenten deelnemen en geef minimaal twee gevolgen

Slide 22 - Open vraag

Sluit je af met een activerende oproep

Slide 23 - Open vraag

Zijn er nog vragen?

Slide 24 - Open vraag

Mand
Hoofdstuk 4: theorie en oefenen schrijven
Hoofdstuk 5: theorie en oefenen werkwoordspelling, maak af en toe een drillster

Slide 25 - Tekstslide