Masterclass Marx en Engels V5 HGLVM ET 28 en 29

Karl Marx & Friedrich Engels
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
FilosofieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5,6

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Karl Marx & Friedrich Engels

Slide 1 - Tekstslide

Karl Marx
Eindterm 28
De kandidaten kunnen uitleggen, toepassen en beoordelen dat volgens Marx de ontwikkeling van de productieverhoudingen onvermijdelijk tot een sociale revolutie leidt en dat de sociaal-economische positie van mensen bepalend is voor hun bewustzijn.

Slide 2 - Tekstslide

Karl Marx & Friedrich Engels
Eindterm 29
De kandidaten kunnen de opvatting van Marx en Engels over de onvermijdelijke overwinning van het proletariaat op de bourgeoisie weergeven en evalueren. Daarbij kunnen zij uitleggen welke rol loonarbeid, kapitaal, productie- en verkeersmiddelen in de klassenstrijd spelen.

Slide 3 - Tekstslide

Productieverhoudingen
Kapitalisme -> vergroten van kapitaal. Van kapitaal meer kapitaal maken.

Wie heeft wat in handen?

Proletariaat vs. bourgeoisie


Slide 4 - Tekstslide

Sociale revolutie
Meer kapitaal? Minder kosten maken = meer winst.

Kosten besparen? Denk aan loonkosten!

Werk is schaars, lonen zijn laag en de omstandigheden zijn erbarmelijk

Slide 5 - Tekstslide

Bewustzijn
Bepaald door sociaal-economische positie

Juridisch is iedereen gelijk...
... sociaal en economisch niet.

Je sociaal-economische positie bepaalt je bewustzijn, niet andersom.

Slide 6 - Tekstslide

Friedrich Engels
... schreef samen met Karl Marx een manifest.

Het communistisch manifest is bedoeld om het proletariaat te verenigen, een opstand te veroorzaken en te overwinnen.

Slide 7 - Tekstslide

Onvermijdelijke overwinning van het proletariaat op de bourgeoisie...
Verschillende rollen
  1. loonarbeid
  2. kapitaal
  3. productiemiddelen
  4. verkeersmiddelen

1.
2.
3.
4.

Slide 8 - Tekstslide

Bourgeoisie

1. Heeft loonarbeid nodig om kunnen produceren

2. Heeft kapitaal en wil daarmee meer kapitaal verwerven

3. Heeft de productiemiddelen in handen


4. Heeft verkeersmiddelen nodig voor de afzet van goederen
Proletariaat

1. Heeft loonarbeid nodig om te kunnen leven

2. Heeft geen kapitaal 


3. Heeft geen eigenaarschap over de productiemiddelen

4. Kan verkeersmiddelen gebruiken voor vereniging van het proletariaat in het hele land

Slide 9 - Tekstslide

Op p.385 spreekt Marx over 'productieverhoudingen'. Wat bedoelt hij met deze term?

Slide 10 - Open vraag

Wat bedoelt Marx met de stelling dat de sociaaleconomische positie van mensen bepalend is voor hun bewustzijn?

Slide 11 - Open vraag

Hoe komt Marx erbij dat de ontwikkeling van de productieverhoudingen onvermijdelijk leidt tot een sociale revolutie?

Slide 12 - Open vraag