Hulp bij eten en drinken

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al van het ondersteunen van zorgvragers bij het eten en drinken?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zou je vandaag willen leren?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is voor jullie goede voeding en wat levert goede voeding je op?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de doelen van deze les
  1. Je kent aandachtspunten als je een zorgvrager ondersteunt bij eten en drinken.
  2. Je weet wat er gebeurt bij verslikken en wat je dan dient te doen.
  3. Ondervoeding.
  4. Risico bij ondersteuning bij eten en drinken.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een goede voeding?
Voedingsstoffen:
  • Koolhydraten
  • Vetten
  • Eiwitten
  • Vitamines
  • Mineralen

Met een gezond voedingspatroon krijg je van alle voedingsstoffen voldoende binnen. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is ondervoeding?
Als je te lang te weinig voedingsstoffen binnenkrijgt, raak je ondervoed.

Bij ondervoeding is het verbruik van energie hoger dan wat er aan energie met de voeding binnenkomt. 

Het lichaam verzwakt.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ontstaat ondervoeding?
Als mensen ziek zijn, eten ze vaak minder. 

Het lichaam verbruikt dan meer energie en voedingsstoffen. 

Stofwisseling verandert. Hierdoor verlaagt de weerstand. 

Er kunnen eerder complicaties ontstaan en wonden genezen minder snel. Dit leidt tot een vertraagd herstel.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken van ondervoeding
  • Acute of chronische ziekte.
  • Verminderde voedselinname door een verminderde eetlust.
  • Moeilijkheden met kauwen, proeven, slikken of de vertering.
  • Maag- / darmklachten, misselijkheid.
  • Psychologische problemen, zoals angst, depressie of verdriet.
  • Sociale factoren, zoals eenzaamheid of geen mogelijkheid om eten te kopen of te bereiden.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de gevolgen van ondervoeding?

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Risicogroepen ondervoeding
  • kwetsbare ouderen die meerdere ziekten hebben, chronisch ziek zijn of veel medicatie gebruiken.
  • patiënten met lichamelijke beperkingen, zoals bijvoorbeeld pijn, of misselijkheid.
  • patiënten met een niet passende gebitsprothese, kauw- of slikproblemen.
  • patiënten met psychosociale problemen en verwaarlozing.
  • patiënten met alcohol- of drugsmisbruik.
  • Zorgvragers die een ingreep dienen te ondergaan.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Iemand die aankomt in gewicht is niet ondervoed
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Meetinstrument 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verslikking / Verstikking

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Luchtwegbelemmering  - verslikking 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een complicatie van verslikken?
A
Slijmproductie
B
ontstoken tong
C
longontsteking
D
verschuiving longvliezen

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ASPIRATIE PNEUMONIE

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is aspiratiepneumonie?
A
ontstaat door verslikken van voedsel wat in de longen komt
B
ontstaat door onvoldoende doorademen
C
ontstaat door een steekwond in de longen
D
ontstaat bij mensen die een verse buikwond hebben

Slide 18 - Quizvraag

aspiratiepneumonie (=verslikpneumonie): een lichte longontsteking, doordat door verslikken een stukje voedsel/ sap in de longen komt. (Aspireren = verslikken). Komt voor als een zorgvrager zich gemakkelijk verslikt, vaak wanneer het slikreflex ontbreekt.

hypostatische pneumonie =
Longontsteking door onvoldoende doorademen
OOrzaak:
Tijdens rust is de ademhaling altijd oppervlakkiger. De onderste delen van de longen worden dan niet geventileerd (‘gelucht’). Omdat in die longdelen de lucht niet wordt ververst, krijgen micro-organismen de kans om uit te groeien en die veroorzaken longontsteking. Hypostatische pneumonie komt vooral veel voor bij bedlegerige ouderen en bij mensen die een verse buikoperatiewond hebben. De buikwond doet pijn bij diep doorademen.

Een aspiratiepneumonie kan een gevaarlijke complicatie van braken zijn
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zou je een aspiratiepneumonie kunnen herkennen, waar zou je aan denken?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aspiratiepneumonie
  1. Longontsteking door verslikking.
  2. Onvermogen van zorgvragers om voldoende te hoesten bij verslikken.
  3. Bij braken, reflux en verslikken.
  4. Belangrijkste aandachtspunt: Koorts

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tips om te helpen bij eten en drinken
  • Zorg dat de cliënt goed zit of ligt om te kunnen eten.  
  • Onderzoek de mogelijkheden van aangepast bestek en anti-lekbekers. 
  • Meerdere kleinere maaltijden verdeeld over de dag is beter dan driemaal daags een grotere maaltijd.
  • Stimuleer haar zintuigen met de geuren en geluiden uit de keuken. Gebruik herkenbare servetten of een tafelkleed zoals ze kent van vroeger. Zorg zo voor een ontspannen sfeer.
  • Zorg voor kleurrijk eten en voldoende licht om bij te eten. Vermijd borden met drukke patronen; die zorgen voor verwarring.(bij dementie)

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Andere discliplines inschakelen
Diëtiste: kan advies geven over gezonde voeding, diëten (in overleg met arts). Ook hulp bij eetproblemen, zoals bijv. verslikken.
Logopedist: kan helpen bij verbeteren van slikfunctie, bijv. als iemand zich vaak verslikt.
Ergotherapeut: kan advies geven over aangepast bestek, borden, houdingstips enz. 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

           Verdikkingsmiddelen                    bij slikproblemen

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Consistentie
Het is een ander woord voor vastheid of stevigheid, bijvoorbeeld:
- Water heeft een lage consistentie en is helder vloeibaar
- Melk of yoghurt is dun vloeibaar.
- Kwark of vla heeft een hogere consistentie
en is dik glad vloeibaar.

Slide 25 - Tekstslide

Bij mensen met slikproblemen kan men vloeistoffen indikken, door middel van verdikkingsmiddel; zodat de patiënt minder gauw verslikt. 
> Aspiratiepneumonie voorkomen
Gemalen voedsel
Voedingsmiddelen die dikker zijn dan dik vloeibaar zijn, onderscheiden we:
- Gemalen
- Zacht (kauwfunctie moet nog aanwezig zijn)

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies