15.5 Zintuigen en regeling V5

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
15.4 - Extra cellen/contrast
15.5 - Zintuigen en regeling
Verwerking

Slide 2 - Tekstslide

Extra cellen
Ganglion cellen:
Voeren impulsen af naar de 
hersenen
Bipolaire cellen:
Verbinden receptorcellen met 
ganglioncellen
Door schakelingen betrokken 
bij vorming receptieve velden


Slide 3 - Tekstslide

Contrastversterking

Slide 4 - Tekstslide

Extra cellen
Amacriene- en 
horizontale cellen: verbinden 
bipolaire cellen, receptorcellen en 
ganglioncellen

Door schakelingen betrokken bij oa.
contrastversterking


Slide 5 - Tekstslide

Contrastversterking
Receptorcellen ontvangen licht
  1. remmen de verbonden horizontale cellen
  2. remming naastgelegen receptieve velden
  3. licht wordt lichter, donker wordt donkerder.
2
2
1

Slide 6 - Tekstslide

Waar staat de lichtbron?

(Horizontaal)
Kijkrichting
A
links
B
Rechts

Slide 7 - Quizvraag

15.5 Zintuigen en regeling

Slide 8 - Tekstslide

Doel 15.5
  • Je leert welke inwendige zintuigcellen er zijn en hoe ze betrokken zijn bij de regeling van het interne milieu en je spierbewegingen


Slide 9 - Tekstslide

Homeostase
Regelkring voor ademhaling:
Chemo-receptoren in de aortaboog
pH, [O2] en [CO2]

Een verhoogde CO2 concentratie  in het bloed leidt tot een versnelde hartslag en ademhaling (H11)

Loopt via de hersenstam

Slide 10 - Tekstslide

Regelkring
Receptoren
Verhoogde CO2 concentratie

Sensorische neuronen
Impulsen--> ademhalingscentrum in de hersenstam.

Motorische neuronen
--> verhoogde ademhaling

Slide 11 - Tekstslide

Spierspoeltje: meet spierspanning

Slide 12 - Tekstslide

Spierspoeltje
Spier uitgerekt:
depolarisatie sensorisch neuron (lichtblauw) en veel impulsen naar de hersenen
        

Slide 13 - Tekstslide

Spierspoeltje
Spier gespannen: hyperpolarisatie sensorisch neuron (lichtblauw) en geen impulsen naar de hersenen
        

Slide 14 - Tekstslide

Spierspoeltjes zijn betrokken bij reflexen en het samenwerken van antagonisten.

Slide 15 - Tekstslide

Golgi peeslichaampje
Registreert rek in de pees
zorgt voor peesreflex bij te
grote rek ter voorkoming
van schade aan spieren


Slide 16 - Tekstslide

Peesreflex

Slide 17 - Tekstslide

Doel 15.5
  • Je kunt uitleggen hoe je zenuwstelsel met behulp van zintuigen je lichaam in balans houdt
  • Je weet welke zintuigen zijn betrokken bij het controleren van spierbewegingen en spierkracht


Slide 18 - Tekstslide

Als er veel impulsen door een motorisch neuron gaan, zijn er bij het spierspoeltje van diezelfde spier
A
weinig impulsen
B
veel impulsen

Slide 19 - Quizvraag

Spierspoeltje
registreert spierspanning

Slide 20 - Tekstslide

Op welk molecuul reageert de chemoreceptor die de zuurgraad van het bloed meet?
A
CO2
B
pH
C
H+
D
OH-

Slide 21 - Quizvraag

Waar bevinden zich de inwendige chemoreceptoren voor O2, CO2, PH?

Slide 22 - Open vraag

Aan de slag!
Maak opdrachten tot en met H15.5



Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

spierreflex
In de afbeelding is in een schema de schakeling weergegeven van een aantal
neuronen die verbonden zijn met de buigspier en de strekspier van het
onderbeen. 

Enkele neuronen zijn ter hoogte van het cellichaam genummerd.
In peessensoren en spierspoeltjes ontstaan actiepotentialen in reactie op uitrekking.

Slide 25 - Tekstslide


Om de spierreflex op te wekken wordt een tik gegeven op de kniepees vlak onder de knie. Het onderbeen wipt in reactie daarop even omhoog.

Welke van de genummerde neuronen in het schema van de afbeelding geven bij deze beweging een transmitterstof af?(2p)

Slide 26 - Open vraag

In de volgende afbeelding is het cellichaam van neuron 7 uit de afbeelding op de vorige bladzijde met een aantal uitlopers van andere neuronen schematisch afgebeeld. Via een potentiaalmeter wordt op een bepaald moment de uitslag
gemeten zoals in de tekening is weergegeven.

Slide 27 - Tekstslide

Door prikkeling van welk neuron of welke neuronen in de afbeelding kan deze uitslag bij neuron 7 zijn veroorzaakt? (3p)

Wel
Niet
neuron 2
neuron 6
neuron 1
neuron 9

Slide 28 - Sleepvraag

Examenvragen
Antwoordblad op de muur
Beantwoord per examenvragen
de volgende onderdelen      ----------------->

Spelregels
  • 1 person schrijft (praat niet)
  • 3 discuseren over het antwoord
  • Consensus antwoord
  • Pen wordt doorgegeven bij verandere spreker
anderen zeggen.
Rest

4-tallen
  1. Onderwerp/Hoofdstuk/Paragraaf
  2. Wat wordt er gevraagd?
  3. Antwoord kiezen/formuleren
  4. Leg uit/argumentatie (ook voor MC)

Slide 29 - Tekstslide