Argumentatie - H4 - 01

Standpunten en argumenten
Paragraaf 1 (blz 183)
Opdrachten: 1 en 2.
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Standpunten en argumenten
Paragraaf 1 (blz 183)
Opdrachten: 1 en 2.

Slide 1 - Tekstslide

Wat we gaan doen
Standpunt versus argument
Aan het werk (opdracht 1 en 2)

Doelen: 
- je herkent een standpunt (positief, negatief, twijfel); 
- je herkent argumenten.

Slide 2 - Tekstslide

Standpunt versus argument

Slide 3 - Tekstslide

Standpunt
Dat vind je!
Synoniemen voor standpunt?
Soorten standpunten:positief, negatief of twijfel.

Slide 4 - Tekstslide

De zorg moet goedkoop toegankelijk zijn voor iedereen.
A
Positief standpunt
B
Negatief standpunt

Slide 5 - Quizvraag

We moeten geen vluchteling meer toelaten in Nederland.
A
Positief standpunt
B
Negatief standpunt

Slide 6 - Quizvraag

De btw moet niet verder worden verhoogd.
A
Positief standpunt
B
Negatief standpunt

Slide 7 - Quizvraag

Standpunt
Positief: zonder misschien- of nee-woord
Negatief: met nee-woord
Twijfel: met misschien-woord


Heeft dus niets met je eigen opvattingen te maken.

Slide 8 - Tekstslide

Argumenten...
...verduidelijken of verdedigen jouw standpunt.

...zijn te herkennen aan signaalwoorden - welk tekstverband?

Slide 9 - Tekstslide

'Ik vind koffie lekker. Het is warm en houdt me wakker.'
Wat is het standpunt?

Slide 10 - Open vraag

'Het aantal Covidpatiënten onder ouderen neemt af. De vaccinatie heeft dus effect.'
Wat is het standpunt?

Slide 11 - Open vraag