H3C H4 4.1 en intro 4.2

1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Weet je nog wat een chemische reactie is?

Slide 6 - Open vraag

Chemische reactie
Bij een chemische reactie verdwijnen de beginstoffen en ontstaan er nieuwe reactieproducten met andere stofeigenschappen. 

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld
Kaarsvet smelt als je het verwarmt. Laat je het afkoelen --> wordt weer kaarsvet. Stofeigenschappen zijn niet veranderd. 
Dit is dus GEEN chemische reactie. 

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld
Magnesium is een grijs metaal. Als je magnesium verhit ontstaat er een witte vaste stof. Hier zijn de stofeigenschappen veranderd. 
Dit is dus WEL een chemische reactie. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Komt er denk je energie vrij of wordt deze opgenomen bij een endotherme of exotherme reactie?
A
Endotherm: er komt energie vrij. Exotherm: er wordt energie opgenomen.
B
Endotherm: er wordt energie opgenomen. Exotherm: er komt energie vrij.

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Weet je nog een factor die invloed heeft op de reactiesnelheid? Noem ze hier.
(denk aan het practicum dat je gedaan hebt)

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Weet je nog wat de juiste toestandsaanduidingen zijn?
A
s: vast l: gas g: opgelost in water aq: vloeibaar
B
s: opgelost in water l: vast g: gas aq: vloeibaar
C
s: vast l: vloeibaar g: gas aq: opgelost in water
D
s: vloeibaar l: opgelost in water g: gas aq: vast

Slide 40 - Quizvraag

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Wat zijn de formules voor koolstof en zuurstof ook al weer?
A
Koolstof = K Zuurstof = O2
B
Koolstof = C Zuurstof = Zu
C
Koolstof = Ko Zuurstof = O2
D
Koolstof = C Zuurstof = O2

Slide 43 - Quizvraag

Wat zou de formule van koolstofdioxide zijn denk je?
A
CO
B
CO2

Slide 44 - Quizvraag

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide


A
koolstofdioxide (g) + water (l) -> Methaan (g) + zuurstof (g)
B
Methaan (g) + water (l) -> koolstofdioxide(g) + zuurstof (g)
C
Methaan(g) + zuurstof(g) -> koolstofdioxide(g) + water(l)
D
Methaan(g) + koolstofdioxide(g) -> zuurstof (g) + water (l)

Slide 47 - Quizvraag


A
CH4 (g) + O2 (g) -> CO2 (g) + H2O (l)
B
CH4 (g) + H2O (l) -> CO2 (g) + O2 (g)
C
CO2 (g) + H2O (l) -> CH4 (g) + O2 (g)
D
CH4 (g) + CO2 (g) -> O2 (g) + H2O (l)

Slide 48 - Quizvraag

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Tekstslide