Ik kan een heel getal vermenigvuldigen met een breuk.
Slide 11 - Tekstslide
Wat weet je van breuken?
Slide 12 - Woordweb
Concept:
Breuk:
Een deel van een geheel. 1/4 betekent 1 deel van iets dat in 4 stukken is verdeeld. Het bovenste getal van een breuk noem je de teller, het onderste getal de noemer.
Vermenigvuldigen:
Dan reken je een x-som uit.
Slide 13 - Tekstslide
Vaardigheid:
(Schrijf deze stappen voor jezelf op)
Schrijf de som op.
Maak van het hele getal een breuk door er 'eenden' van te maken. Het
getal 6 wordt dan en 8 wordt
De som 3 x 1/4 wordt dan dus 3/1 x 1/4
Vermenigvuldig de tellers met elkaar en vermenigvuldig de noemers met elkaar. Ik doe dus 3x1 (de tellers) en 1x4 (de noemers) en dat is dan 3/4
Vereenvoudig de breuk als dat nodig is.
16
18
Slide 14 - Tekstslide
Stap 1: schrijf de som op
x 6 =
43
Slide 15 - Tekstslide
Stap 2 en 3: maak van het hele getal een breuk door er eenden van te maken.
x 6 wordt dan
x
43
43
16
Slide 16 - Tekstslide
Stap 4: Vermenigvuldig de tellers met elkaar en vermenigvuldig de noemers met elkaar
x =
43
16
418
Slide 17 - Tekstslide
Stap 5: vereenvoudig de breuk als dat nodig is.
De breuk kan ik vereenvoudigen. De 4 past 4x in 18
(want 4x4=16) en dan houd ik er 2 over, dus 4
Dat kan ik nog verder vereenvoudigen tot 4
418
42
21
Slide 18 - Tekstslide
Nu ben jij aan de beurt!
Reken de sommen op de volgende pagina's uit en vul het antwoord in.
Slide 19 - Tekstslide
2/5 x 4 =
Slide 20 - Open vraag
3/7 x 6 =
Slide 21 - Open vraag
3/10 x 8 =
Slide 22 - Open vraag
Heb je nog vragen? Mail het naar de leerkracht!
Kijk nu in het dagprogramma wat je moet gaan maken.