Taalverzorging blok 7 + 9 les 1

Nederlands
Werkwoordspelling nulmeting
Lezen
Taalverzorging
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
Werkwoordspelling nulmeting
Lezen
Taalverzorging

Slide 1 - Tekstslide

Werkwoordspelling
test werkwoordspelling (0-meting)
deel A 
deel B

Slide 2 - Tekstslide

Lezen

Slide 3 - Tekstslide

Taalverzorging
- grammatica 
- spelling
- formuleren
- taalbewustzijn 

Slide 4 - Tekstslide

Spelling
lettergrepen
woorden afbreken
meervouden van zelfstandig naamwoorden
los of vast?
meervouds -n (beide of beiden)

Slide 5 - Tekstslide

Lettergrepen en woorden afbreken

let-ter-gre-pen
woorden af-
breken

Slide 6 - Tekstslide

meervoud zelfstandig naamwoord

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het meervoud van het zelfstandig naamwoord :
ski
A
Skiën
B
Ski's

Slide 8 - Quizvraag

Welk zelfstandig naamwoord heeft geen meervoud?
A
reis
B
meisje
C
rijst
D
les

Slide 9 - Quizvraag

Als zelfstandige naamwoorden in het meervoud staan, is het lidwoord:....
A
de
B
het
C
een
D
deze

Slide 10 - Quizvraag

Het eerste deel van de samenstelling ... 
is geen zelfstandig naamwoord
heeft geen meervoud
heeft alleen een mv op -s
platteland
bezinegeur
hogeschool
tarwebrood
douchekraan
aspergesoep

Slide 11 - Sleepvraag


Wat is het meervoud van het zelfstandig naamwoord:
monnik
A
Monnikken
B
Monniken

Slide 12 - Quizvraag


Wat is het meervoud van het zelfstandig naamwoord:
Paragraaf
A
Paragrafen
B
Paragraven

Slide 13 - Quizvraag

meervoud van zelfstandige naamwoorden: Baby en pasta
A
babys en pastas
B
baby's en pastaas
C
baby's en pasta's
D
babys en pasta's

Slide 14 - Quizvraag

Er zijn zelfstandige naamwoorden zonder meervoud.
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Het meervoud van een zelfstandig naamwoord dat op EAU eindigt (zoals 'bureau') krijgt altijd 's.
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quizvraag


Meervoud van een zelfstandig naamwoord
Welke is juist?
A
kopie - kopieën
B
kopie - kopiën

Slide 17 - Quizvraag

Als een zelfstandig naamwoord in het enkelvoud eindigt op -ee, maak je het
meervoud met
A
-een
B
-ën
C
-en
D
eën

Slide 18 - Quizvraag

Welk meervoud van een zelfstandig naamwoord op een -ie is verkeerd geschreven?
A
Democratieën
B
Categorieën
C
Kolonieën
D
Knieën

Slide 19 - Quizvraag

Wat is het meervoud van het zelfstandig naamwoord :
knie
A
Kniën
B
Knies
C
Knieën

Slide 20 - Quizvraag

Aan de slag!
Maak vanaf blz. 17

opdracht 14, 15, 18 en 27


Slide 21 - Tekstslide