Week 28, 3m

Donnerstag 9. März 2023
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Donnerstag 9. März 2023

Slide 1 - Tekstslide

Planung heute
Wortschatz

Lesetest Teil 2

Probetest

Sprechen


Slide 2 - Tekstslide

timer
5:00

Slide 3 - Tekstslide

Lesetest
Noteer je naam
Fertig? Toets op de hoek van je tafel
timer
1:00

Slide 4 - Tekstslide

Lernziele:

  • Je kunt de werkwoorden können, müssen, dürfen, wollen en wissen in de verleden tijd gebruiken. 
  • Je kunt de weg vragen en de weg wijzen.
  • Je kunt informatie vragen en geven over openbaar vervoer.

Slide 5 - Tekstslide

Rückblick / Wiederholung
Modale werkwoorden

können, dürfen, wollen, wissen, müssen

Slide 6 - Tekstslide

Modal Verben (o.v.t)
In alle gevallen stam + t
ich en er + e
du + est
wir en sie/Sie + en
ihr + et
Bij wissen verandert de klinker naar een u
In de o.v.t staat geen Umlaut

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Aanmelden
Meld jezelf aan in LessonUp bij de klas
Voer de code in

Als iedereen is aangemeld zet ik de toets klaar en kun je aan de slag. Zorg ervoor dat je de toets ook inlevert. 

Je mag je boek gebruiken bij de toets.

Slide 11 - Tekstslide

Ga naar menti.com
de code is:
3107 3546

Slide 12 - Tekstslide

Niet eten, slokje drinken mag.
Tijd om en muziek afgelopen betekent pause voorbij en telefoon weg 
Niet door de klas heenlopen.
timer
4:30

Slide 13 - Tekstslide

Sprechen
Sprachmittel Seite 113

Was bedeuten diese Sätze?

Vertaal de Sprachmittel, zorg dat je volledige zinnen hebt.
Schrijf opdracht 32 en 35 helemaal uit.

Slide 14 - Tekstslide

Selbständig arbeiten
Machen:
Vertaal de Sprachmittel naar het Nederlands, schrijf dat ook op.
Zorg dat je een gesprek kunt voeren en volledige zinnen kunt gebruiken.
Sprachmittel vind je auf Seite 113 und 131

Fertig? Slim Stampen

Slide 15 - Tekstslide

Hausaufgaben
Machen:
Vertaal de Sprachmittel naar het Nederlands en leer ze, zorg dat je volledige zinnen kunt maken en een gesprek kunt voeren.
 
Seite 113 und 131


Slide 16 - Tekstslide