4.4 Werk voor iedereen?

H4 Werk aan de winkel


§ 4.1 Sta je sterk in je werk?
§ 4.2 Waar kun je werken?
§ 4.3 Kun je aan het werk?
§ 4.4 Werk voor iedereen?
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H4 Werk aan de winkel


§ 4.1 Sta je sterk in je werk?
§ 4.2 Waar kun je werken?
§ 4.3 Kun je aan het werk?
§ 4.4 Werk voor iedereen?

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen voor vandaag:
Na deze les weet ik...
  1. waarom werkloosheid een probleem is
  2. hoe conjuncturele werkloosheid bestreden kan worden
  3. hoe structurele werkloosheid kan verminderen
  4. welke andere soorten werkloosheid er zijn

Slide 2 - Tekstslide

Vul in: groter of kleiner?
Bij werkloosheid is het 
aanbod van arbeid 
.................
dan de vraag naar arbeid.
Antwoord
GROTER
werkenden 
+ werkzoekenden
werkgevers

Slide 3 - Tekstslide

Werkloosheid een probleem?
voor de werkloze zelf:
  • verlies van inkomen,
  • onzekerheid,
  • gemis aan sociale contacten,
  • gevoel nutteloos te zijn,
  • geen vast dagritme meer.

Slide 4 - Tekstslide

Werkloosheid een probleem?
Probleem voor de samenleving:
  • het talent en de inzet van mensen wordt niet benut,
  • samenleving betaalt de uitkeringen aan werklozen,
  • welvaartsverschil werkenden - werklozen.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Conjuncturele werkloosheid
  • gevolg van minder vraag naar goederen en diensten door afnemende bestedingen.

Slide 7 - Tekstslide

Conjuncturele werkloosheid
Wat is eraan te doen?
  • Overheid: lagere loonheffing --> hoger nettoloon --> vraag neemt toe.
  •  investeren (bijv. in infrastructuur) --> vraag neemt toe.
  • Werkgevers: lonen verhogen --> vraag neemt toe.               (risico loon-prijsspiraal)

Slide 8 - Tekstslide

Structurele werkloosheid
Gevolg van problemen aan de aanbodkant van de economie:
  • aanbod van verouderde producten: productie stopt.
  • aanbod van nieuwe productiemethoden: door automatisering minder mensen nodig
  • aanbod en productie gaat naar lagelonenlanden
  • aanbod van werkzoekenden met de ‘verkeerde’ opleiding: geen kans op werk.

Slide 9 - Tekstslide

Structurele werkloosheid
Wat is eraan te doen?
  • Innovatie van producten: nieuwe producten waar vraag naar is.
  • Innovatie van productiemethoden
--> goedkoper produceren --> meer vraag --> meer productie --> meer personeel nodig.
  • Scholing van personeel voor banen die er wel zijn.

Slide 10 - Tekstslide

Meer soorten....
Frictiewerkloosheid: Na opleiding of ontslag heb je tijd nodig om een nieuwe baan te vinden.
Regionale werkloosheid: In een bepaald gebied is de werkloosheid hoger dan gemiddeld in het land.
Seizoenwerkloosheid: Bepaald werk kan niet gedaan worden in een deel van het jaar. Bijvoorbeeld: werk op de kermis.



Slide 11 - Tekstslide

Conjuncturele werkloosheid
Structurele werkloosheid
TIJDELIJK.
Oorzaak: daling van de vraag naar goederen en diensten
BLIJVEND.
Oorzaken: 
.......
-mechanisering / automatisering / robotisering;
-verplaatsing naar buitenland;
-faillissement;
-werklozen hebben niet de juiste opleiding.

Slide 12 - Tekstslide

Frictie-
werkloosheid
Seizoens-
werkloosheid
Regionale
werkloosheid
kortdurend; zoektijd tussen 2 banen of baan en studie
alleen werk in een bepaalde periode 
van het jaar 
werkloosheid is in bepaalde gebieden hoger dan gemiddeld

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Ga zelf aan de slag!
Gebruik de rest van de les om 4.4 af te maken .
Dat mag met z'n tweeën op fluistertoon


timer
15:00

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Conjuncturele werkloosheid ontstaat:

Leg uit!
A
als consumenten meer geld hebben
B
als consumenten minder geld hebben
C
als bedrijven meer geld hebben
D
als bedrijven minder geld hebben

Slide 17 - Quizvraag

Nog niet zo lang geleden was China een lagelonenland. Om die reden vestigden ook Nederlandse bedrijven zich in dat land. De werkloosheid nam daardoor in Nederland toe.
Leidt de verplaatsing van Nederlandse bedrijven naar China tot conjuncturele of structurele werkloosheid?
A
Conjuncturele werkloosheid
B
Structurele werkloosheid

Slide 18 - Quizvraag

Wat is structurele werkloosheid?
A
Dat een bepaald beroep helemaal verdwijnt en dus veel mensen op straat staan
B
Dat mensen elk deel van het jaar dezelfde soort werkloosheid hebben
C
Dat mensen arbeidsongeschikt zijn
D
Dat mensen slechts in bepaalde seizoenen geen werk hebben

Slide 19 - Quizvraag

Werkloosheid die ontstaat doordat het tijd kost om werk te zoeken. Dit is een vorm van...
A
Seizoenswerkeloosheid
B
Regionale werkloosheid
C
Structurele werkloosheid
D
Frictiewerkloosheid

Slide 20 - Quizvraag

Welke van de onderstaande ontwikkelingen heeft structurele werkloosheid tot gevolg?
A
De afgelopen jaren is het slechter gegaan met de economie
B
Door vergrijzing krimpt de beroepsbevolking
C
Veel bedrijven verplaatsen de productie naar lagelonenlanden
D
Vernieuwende bedrijven zorgen voor vraag naar arbeid

Slide 21 - Quizvraag

Van welk soort werkloosheid is sprake?
"Tijdens perioden van crisis...."
A
regionale werkloosheid
B
structurele werkloosheid
C
seizoenswerkloosheid
D
conjuncturele werkloosheid

Slide 22 - Quizvraag

HUISWERK
Maken opdrachten 4.4

Slide 23 - Tekstslide