Herhaling Hoofdstuk 1
1 / 19
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Tekstslide
In deze dia worden de samenvattende vragen van hoofdstuk 1 met de klas besproken.
De leerlingen krijgen het antwoordmodel en kunnen hun samenvattende vragen nakijken en zo een samenvatting maken.
Welk goed behoort tot de basisbehoeften?
A
Bier
B
Water
C
Computer
D
Telefoon
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke dienst behoort tot de basisbehoeften?
A
Kapper
B
Dokter
C
Ortho
D
Nagelstyliste
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Basisbehoeften
Overige behoeften
Slide 9 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Product
Dienst
Reparatie aan je fiets
Les economie
Blikje cola
Taxi rit
Ipad
Frietje oorlog
Vakantie ticket
Slide 10 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
0
Slide 11 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Welk begrip past bij het vorige filmpje?
A
Commerciële beïnvloeding
B
Sociale beïnvloeding
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Consumentenorganisaties zijn er om de consument te steunen. Welke steun mag je van een consumentenorganisatie verwachten?
A
Advies aan bedrijven over consumenten
B
Controle op de Warenwet
C
Betrouwbare informatie over producten
D
Uitleg over je rechten als consument
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Het kopen van een nieuwe telefoon hoort bij...
A
Wekelijkse uitgaven
B
Incidentele uitgaven
C
Vaste lasten
D
Huishoudelijke uitgaven
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Van week naar maand =
Van maand naar week =
Bedrag x 52 : 12
Bedrag x 12 : 52
Slide 15 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Jesse wil voor zijn verjaardag over 5 maanden een nieuwe telefoon kopen van € 1500. Hij heeft al € 800 bij elkaar gespaard. Zijn ouders leggen € 400 bij. Welk bedrag moet Jesse per maand reserveren om die telefoon te kunnen kopen op zijn verjaardag?
A
€ 50
B
€ 60
C
€ 300
D
€ 400
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 17 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 18 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 19 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
