spelling H4 - meervoud op -s

meervoud op -s
Lesdoel:

- Je weet hoe je meervouden van zelfstandig naamwoorden kunt maken met een -s en -'s 
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

meervoud op -s
Lesdoel:

- Je weet hoe je meervouden van zelfstandig naamwoorden kunt maken met een -s en -'s 

Slide 1 - Tekstslide

meervoud op 's
- Bij woorden op a, i, o, u, of y
opa - opa's
baby - baby's 


-Bij afkortingen
cd - cd's
wc - wc's 


Slide 2 - Tekstslide

meervoud op s
Schrijf een s achter het enkelvoud:

actie - acties
garage - garages 

Slide 3 - Tekstslide

klinkers die samen een klank vormen 


cadeau - cadeaus
dominee - dominees
milieu - milieus 


Let op!
radio's (ra-di-o)

Slide 4 - Tekstslide

Meervoud van tv
A
tv's
B
tvs

Slide 5 - Quizvraag

Meervoud van dictee
A
dictees
B
dictee's

Slide 6 - Quizvraag

Meervoud van garage
A
garage's
B
garages

Slide 7 - Quizvraag

Meervoud van foto
A
fotos
B
foto's

Slide 8 - Quizvraag

Meervoud van dominee
A
dominees
B
dominee's

Slide 9 - Quizvraag

Meervoud van slee
A
sleeën
B
sleën

Slide 10 - Quizvraag

Meervoud van rollade
A
Rollades
B
Rollade's

Slide 11 - Quizvraag

meervoud van menu

Slide 12 - Open vraag

meervoud van radio

Slide 13 - Open vraag

meervoud van camera?

Slide 14 - Open vraag

meervoud van cavia

Slide 15 - Open vraag

Aan het werk 
Maak opdracht 1 t/m 6 van Spelling hoofdstuk 3.

Niet af?
Huiswerk: maandag 3e uur  

Slide 16 - Tekstslide