Wanneer zet je een komma? (1)
Als je een pauze hoort (of wilt laten horen).
Om te laten zien wat in een lange zin wel of niet bij elkaar hoort.
Een komma is écht een leesteken. Bij het lezen wil je op deze plaats een kleine pauze, omdat van die pauze de zin duidelijker wordt. Een pauze op een andere plaats kan een zin zelfs van betekenis laten veranderen:
Annet liet zich na een test door een docent, inschrijven voor een andere opleiding.
Annet liet zich na een test, door een docent inschrijven voor een andere opleiding.
Dat is een ouderwets gezellig centrum. (Het kan supermodern zijn, maar de sfeer is ouderwets gezellig)
Dat is een ouderwets, gezellig centrum. Het centrum zelf is nu ouderwets.