In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Ontdek het ademhalingsstelsel
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je de onderdelen van het ademhalingsstelsel benoemen.
Slide 2 - Tekstslide
Introduceer het leerdoel van deze les aan de studenten.
Wat weet jij al over het ademhalingsstelsel?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Inleiding
Het ademhalingsstelsel is een belangrijk onderdeel van ons lichaam. Het helpt ons om te ademen en zuurstof op te nemen. We gaan vandaag de onderdelen van het ademhalingsstelsel leren kennen.
Slide 4 - Tekstslide
Geef een korte inleiding over het belang van het ademhalingsstelsel en wat de studenten kunnen verwachten van deze les.
Neus
De neus is het eerste deel van het ademhalingsstelsel. Het heeft kleine haartjes die werken als een filter om stof en viezigheid buiten te houden.
Slide 5 - Tekstslide
Laat de afbeelding van een neus zien en laat de studenten benoemen wat het is en wat het doet.
Mond en keel
Als je door je mond ademt, gaat de lucht door je keel en komt het bij je luchtpijp. De keel zorgt er ook voor dat je kunt slikken.
Slide 6 - Tekstslide
Laat de afbeelding van een mond en keel zien en laat de studenten benoemen wat het is en wat het doet.
Luchtpijp
De luchtpijp is een buis die de lucht naar de longen brengt. Het is gemaakt van stevige ringen van kraakbeen zodat het niet in elkaar kan zakken.
Slide 7 - Tekstslide
Laat de afbeelding van een luchtpijp zien en laat de studenten benoemen wat het is en wat het doet.
Bronchiën
De bronchiën zijn de twee buizen die vanaf de luchtpijp naar de longen leiden. Ze vertakken zich steeds verder, net zoals de takken van een boom.
Slide 8 - Tekstslide
Laat de afbeelding van de bronchiën zien en laat de studenten benoemen wat het is en wat het doet.
Longen
De longen zijn de belangrijkste organen van het ademhalingsstelsel. Ze nemen zuurstof op en geven koolstofdioxide af. Je hebt twee longen, een linker- en een rechterlong.
Slide 9 - Tekstslide
Laat de afbeelding van de longen zien en laat de studenten benoemen wat het is en wat het doet.
Diafragma
Het diafragma is een spier die onder de longen zit. Het helpt bij het ademen door te bewegen en ruimte te maken voor de longen om uit te zetten.
Slide 10 - Tekstslide
Laat de afbeelding van het diafragma zien en laat de studenten benoemen wat het is en wat het doet.
Interactief element: Ademhalingsoefening
Laten we een ademhalingsoefening doen. Adem diep in door je neus en adem langzaam uit door je mond. Voel hoe je buik op en neer gaat.
Slide 11 - Tekstslide
Leid de studenten door deze ademhalingsoefening. Herhaal indien nodig.
Samenvatting
Het ademhalingsstelsel bestaat uit de neus, mond, keel, luchtpijp, bronchiën, longen en diafragma. Het werkt samen om ons te helpen ademen en zuurstof op te nemen.
Slide 12 - Tekstslide
Vat de belangrijkste onderdelen van het ademhalingsstelsel samen en herhaal het leerdoel.
Quiz: Onderdelen van het ademhalingsstelsel
Laten we een korte quiz doen om te testen wat je hebt geleerd. Benoem het onderdeel van het ademhalingsstelsel dat wordt getoond op de afbeelding.
Slide 13 - Tekstslide
Laat de afbeeldingen van de verschillende onderdelen van het ademhalingsstelsel zien en laat de studenten benoemen wat het is.
Quiz: Onderdelen van het ademhalingsstelsel
Welk onderdeel van het ademhalingsstelsel helpt bij het ademen door te bewegen en ruimte te maken voor de longen om uit te zetten?
Slide 14 - Tekstslide
Stel deze vraag als onderdeel van de quiz om te testen wat de studenten hebben geleerd.
Quiz: Onderdelen van het ademhalingsstelsel
Wat zijn de twee buizen die vanaf de luchtpijp naar de longen leiden?
Slide 15 - Tekstslide
Stel deze vraag als onderdeel van de quiz om te testen wat de studenten hebben geleerd.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 16 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 17 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 18 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.