Voorraadbeheer les 2

Voorraadbeheer
Hoofdstuk 6: bestelmoment, bestelgrootte, bestelfrequentie
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Voorraadbeheer
Hoofdstuk 6: bestelmoment, bestelgrootte, bestelfrequentie

Slide 1 - Tekstslide

Regels
Wat ik van je verwacht in mijn les:
  • Luister als ik praat
  • Luister naar elkaar
  • Neem je spullen mee
  • Gedraag je zodat je de leerstof meekrijgt
  • Toon respect naar elkaar en mij

Slide 2 - Tekstslide

Planning van vandaag:
  • Energizer: Raadsel
  • Herhaling
  • Hoofdstuk 6
  • Opgaven maken

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen:
De student kan:
  1. de bestelpunt berekenen.
  2. de optimale bestelgrootte berekenen.
  3. de bestelfrequentie berekenen.

Slide 4 - Tekstslide

Energizer: Raadsel
Een marktverkoper heeft aan het einde van de dag nog 7 eieren. Dan komt de eerste koper er aan. Hij wil de helft van de eieren en nog een halve. Vervolgens komt er nog een koper aan en hij wil hetzelfde.
Daarna sluit de marktverkoper zijn tent, gaat naar huis en eet het laatste ei op. Hoe is dit mogelijk?

Slide 5 - Tekstslide

Energizer: Raadsel
Hoe is dit mogelijk?
De eerste koper vraagt de helft + een halve, dus dat is 3,5+0,5 =4 eieren. 7-4=3 eieren over.
Dan komt de volgende koper, hij vraagt ook de helft + een halve, dus dat is 1,5+0,5=2.
Er blijft dus 1 ei over en die eet hij zelf op.

Slide 6 - Tekstslide

Herhaling: welke onderwerpen hebben we al behandeld?

Slide 7 - Woordweb

Technische voorraad

Economische voorraad

Slide 8 - Tekstslide

Leg in je eigen woorden uit wat servicegraad betekend

Slide 9 - Open vraag

Opgave 6.3
Piet is eigenaar van een boekhandel. In 2010 bedroeg de omzet € 256.000,-. Zijn brutowinst bedroeg € 109.000,-. Verder heeft Piet voor € 162.500,- ingekocht.

Bereken de inkoopwaarde van de omzet
(Tip: zie blz. 11)

Slide 10 - Tekstslide

Hoofdstuk 6
Veiligheidsvoorraad: de voorraad die de winkel wil aanhouden.
Besteleenheid: de eenheid waarin de producten worden geleverd.

Slide 11 - Tekstslide

Bestelpunt/moment:
Hoeveel artikelen zitten er in mijn schap op het moment wanneer ik weer een bestelling moet plaatsen?



let op: dagen of weken!

Slide 12 - Tekstslide

Optimale bestelgrootte:
Hoeveel artikelen moet ik bestellen op het moment dat het bestelpunt is bereikt?



let op: dagen of weken!

Slide 13 - Tekstslide

Bestelfrequentie:
Hoe vaak moet ik deze bestelling plaatsen?




Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Opgave 6.2
Klaziena heeft een modezaak. Voor de broeken is het bestelpunt vastgesteld op 14 broeken. Klaziena hanteert een veiligheidsvoorraad van 5 stuks. De levertijd van broeken bedraagt 3 dagen.

Bereken de gemiddelde dagafzet van de broeken.



Slide 17 - Tekstslide

Opgave 6.4
Olga heeft een kledingzaak. Voor spijkerbroeken is het bestelpunt vastgelegd op 105 spijkerbroeken. Olga hanteert een veiligheidsvoorraad van 25 stuks. De levertijd van de spijkerbroeken bedraagt 2 weken.

Bereken de wekelijkse afzet van de spijkerbroeken.



Slide 18 - Tekstslide

Nu maken
Hoofdstuk 6
Opgaven:
6.5, 6.6, 6.7, 6.8
Eerder klaar?
Herhaling 1

Slide 19 - Tekstslide

Opgave 6.5 a en b

Slide 20 - Open vraag

Opgave 6.6

Slide 21 - Open vraag

Opgave 6.7

Slide 22 - Open vraag

Opgave 6.8

Slide 23 - Open vraag

Wat weten we nu?
  • Je weet hoe je de bestelpunt kan berekenen.
  • Je weet hoe je de optimale bestelgrootte kan berekenen.
  • Je weet hoe je de bestelfrequentie kan berekenen.

Slide 24 - Tekstslide

Te doen
Huiswerk:
  • Wat deze niet afkwam.

Volgende les:
  • Opgave 6.9
  • Proeftoets of Herhaling

Slide 25 - Tekstslide