Hypodermoclyse

Hypodermoclyse
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hypodermoclyse

Slide 1 - Tekstslide

Protocollen

1. Inbrengen hypodermoclyse
2. Verwijderen hypodermoclyse

Slide 2 - Tekstslide

Wat is hypodermoclyse

Slide 3 - Open vraag

Wat voor soort
vloeistof wordt er
toegediend bij
hypodermoclyse?

Slide 4 - Woordweb

Indicaties hypodermoclyse
A
Verstoorde elektrolytenbalans
B
Behandeling vochttekort
C
Dreigend vochttekort
D
A, B en C

Slide 5 - Quizvraag

Wat zijn contra indicaties?
A
Acute shock en / of stollingsstoornis die behandeld wordt
B
Ernstig vocht en/of elektrolytentekort
C
Ernstig hart- en/of nierfalen
D
A, B en C

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Aandachtspunten
Gebruik een 22G flexibele kunststof infuuscanule of vleugelnaald. Plak af met een transparante infuuspleister.
Breng de infuuscanule minstens 2 cm naast een vorige prikplaats in. Verwijder zo nodig haargroei met een schone tondeuse of schaar. Bij veel haargroei zie je niet waar je prikt. Veel haargroei is bovendien pijnlijk bij het verwijderen van pleisters. Gebruik je 2 infuuscanules, breng ze dan tegelijk in. Dan heeft de cliënt 1 keer de pijn van de prik.
De keus voor 1 of 2 infuuscanules hangt af van:
de hoeveelheid voorgeschreven vocht
de voorgeschreven inloopsnelheid
Verwissel voor de toediening bij voorkeur dagelijks van canule. De canule kan wel enkele dagen blijven zitten als er geen klachten zijn.


Slide 8 - Tekstslide

Wat is de hoeveelheid vloeistof die je mag toedienen middels hypodermoclyse
A
Dat is afhankelijk van de zorgvrager
B
In terminale fase en hartfalen max. 1 liter per 24 uur
C
1.5 tot 2 liter per 24 uur verdeeld over 2 canules
D
A, B en C zijn correct

Slide 9 - Quizvraag

Moet je het naaldje richting het hart plaatsen?

Slide 10 - Open vraag

Nog een aantal weetjes
Gebruik de no-touchtechniek.
Zorg voor een gesloten systeem. Dat wil zeggen: zorg dat via de gebruikte infuusmaterialen zo min mogelijk of zo kort mogelijk een open verbinding is met de omgeving. Dit verlaagt het risico op infectie.
Gebruik zo min mogelijk verbindingsmaterialen (filters, verlengslangen, driewegkraantjes).
Inspecteer de huid rondom de insteekplaats dagelijks.
Controleer tussentijds het infuus en de pomp volgens de afspraken binnen de organisatie.

Slide 11 - Tekstslide

Noem zoveel mogelijk controlegebieden

Slide 12 - Open vraag

Moet je de insteekplaats van de canule desinfecteren?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quizvraag

Onder welke hoek breng je de canule in?

Slide 14 - Open vraag

Hoe lang mag je een subcutane infuuscanule laten zitten?

Slide 15 - Open vraag

Vervangen infuuslijn

Slide 16 - Tekstslide

Vragen?

Slide 17 - Tekstslide