Hoe ontstaan zelfmoordgedachten?
Stress, zoals grote problemen, pijn of verlies liggen aan de basis van zelfmoordgedachten. Het omgaan met stressfactoren hangt af van de mate van kwetsbaarheid, namelijk de veerkracht en mentale vaardigheden waarover iemand beschikt.
De hoeveelheid stress en de mate van kwetsbaarheid kunnen het ontwikkelen van zelfmoordgedachten verklaren.
Stressfactoren zijn ingrijpende levensgebeurtenissen die de persoon emotioneel kunnen belasten. De een reageert koeler of laconieker op stress dan de ander. Hoe kwetsbaarder je bent, des te lastiger is het om met stress om te gaan.
Als er geen goede balans is tussen de draaglast (stress) die men ervaart en iemands draagkracht (kwetsbaarheid), kan men het gevoel krijgen klem te zitten. Dan worden problemen, verdriet of pijn ervaren als ondraaglijk, onoplosbaar en oneindig. Iemand voelt zich niet in staat om problemen op te lossen (hopeloos voelen), en men denkt dat anderen ook niet kunnen helpen (hulpeloos voelen).
De wanhoop is groot en zelfmoord voelt dan als de manier om hieruit te ontsnappen.
Suïcidaal gedrag heeft doorgaans dus een functie:
Het ontsnappen aan innerlijke pijn die als ondraaglijk wordt ervaren
En het ontsnappen aan problemen die onoplosbaar en oneindig lijken
Wanneer de stress/draaglast te groot is en het leven te zwaar is om te dragen, kan de gedachte aan zelfmoord een uitweg lijken. Het fantaseren over zelfmoord kan dan al wat opluchting geven. Het geeft immers een gevoel van autonomie en regie: het gevoel zelf in de hand te hebben wanneer je het lijden kunt laten stoppen. Suïcidaal gedrag is soms een logische oplossing: wie niet leeft, kan ook niet lijden.
Het hebben van zelfmoordgedachten is daarmee tevens een vorm van zelfbescherming, hoe raar dat ook klinkt: de wetenschap dat je altijd nog uit het leven kan stappen als je problemen echt te zwaar worden, maakt dat je je problemen beter kan dragen of volhouden (dus langer leven). Dat biedt weer meer ruimte om hulp te vinden.
Bedenk: zelfmoord is een definitieve oplossing voor problemen die doorgaans tijdelijk zijn. Daarom is het zo belangrijk om samen te kijken naar adequate hulp.
Achtergrond voor trainers
Noem de belangrijkste factoren die aansluiten en herkenbaar zijn voor de doelgroep waar je bij traint. Het is niet de bedoeling alle onderstaande factoren te benoemen.
Stressfactoren
Er zijn een aantal factoren die bij gevoelige mensen vaker aanleiding geven tot suïcidaal gedrag. Dit zijn:
(Dreigend) verlies van relaties, rollen, baan, status, of “gezicht”, gezondheid
Ingrijpende gebeurtenissen: huiselijk geweld, detentie, schulden, pesten, scheiding
Hoogoplopende of slepende conflicten met andere mensen of instanties
Krenkende of vernederende ervaringen waarin iemand in zijn waardigheid wordt geraakt
Psychiatrische symptomen zoals het lijden aan depressie, angst, psychose en slapeloosheid
Lichamelijke pijn of emotionele pijn
Blijvende lichamelijke of geestelijke beperkingen of klachten, of een ongeneeslijke ziekte
Moeite met seksuele geaardheid
Kwetsbaarheidsfactoren hebben invloed op de draagkracht
De volgende kenmerken spelen een rol bij de kwetsbaarheid om suïcidaal te reageren. Met andere woorden: mensen die kwetsbaar zijn, hebben vaak een of meer van de volgende eigenschappen:
Snel denken in zwart/wit en goed/fout en redeneren in of/of. ‘Of mijn vrouw komt bij me terug, of ik pleeg zelfmoord’
Heftig reageren op tegenslagen of teleurstelling/krenking
Gevoelig zijn voor (dreigende) afwijzing, vernedering of verlies
Moeite hebben met seksuele geaardheid
Ervaren van veel schaamte
Een selectief geheugen hebben voor narigheid. Dit geeft weinig vertrouwen in de toekomst
Niet goed zijn in het rationeel oplossen van problemen. Snel overzicht verliezen, hoofd- en bijzaken minder goed kunnen scheiden en zaken niet goed op een rijtje krijgen
Meer vertrouwen hebben in oplossingen die van buiten komen, dan in oplossingen zelf kunnen vinden. Ontmoedigd zijn in het vermogen om zichzelf te kunnen redden
Daarnaast spelen mee:
Biologische factoren: geslacht, familiaire (erfelijke) belasting, aanleg voor depressie
Psychologische en psychiatrische factoren (persoonskenmerken): o.a. persoonlijkheidsstoornissen, perfectionisme, faalangst, leeftijd (risico neemt toe met de leeftijd), vroeg lichamelijk of seksueel misbruik
Sociale factoren: voelt iemand zich verbonden met anderen? Is er een sociaal steunsysteem? Gezinsfactoren kunnen beschermend zijn, maar ook stressvol. Hoe wordt er in het gezin omgegaan met emoties, welke mate van steun ervaart iemand. Welke mate van verbondenheid ervaart iemand met gezinsleden?