16 november Apollonius r15-27

Apollonius r15-27
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Klassieke TalenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Apollonius r15-27

Slide 1 - Tekstslide




Het raadsel luidt: "Welk schepsel loopt 's ochtends op vier benen, 's middags op twee benen en 's avonds op drie?"

Slide 2 - Tekstslide

r15 Rex ait: "Audi ergo quaestionem:

Slide 3 - Open vraag

scelere vehor, maternam carnem vescor, quaero fratrem meum,
meae matris virum, uxoris meae filium: non invenio.

Slide 4 - Open vraag

scelere is een
A
infinitivus
B
imperativus
C
ablativus

Slide 5 - Quizvraag

Iuvenis accepta quaestione paululum discessit a rege;

Slide 6 - Open vraag

accepta is een
A
PPA
B
PFA
C
nom.ev.
D
abl.ev.

Slide 7 - Quizvraag

quam cum sapienter scrutaretur, favente deo invenit quaestionis solutionem;

Slide 8 - Open vraag

scrutareretur
dit is een:
A
imperfectum ind.
B
perfectum
C
actief
D
imperfectum coni.

Slide 9 - Quizvraag

r19 ingressusque ad regem sic ait: "Domine rex, proposuisti mihi quaestionem;

Slide 10 - Open vraag

ingressus is een
A
PPA
B
PPP
C
PFA
D
abl.abs.

Slide 11 - Quizvraag

r20 audi ergo solutionem. Quod dixisti 'scelere vehor', non es mentitus: te respice.

Slide 12 - Open vraag

respice
is een
A
infinitivus
B
vocativus
C
imperativus
D
coniunctivus

Slide 13 - Quizvraag

r21 Et quod dixisti 'maternam carnem vescor', nec et hoc mentitus es: filiam tuam intuere."

Slide 14 - Open vraag

mentitus es
is een
A
praesens
B
perfectum
C
plusquam perfectum
D
futurum exactum

Slide 15 - Quizvraag

r23 Rex ut vidit iuvenem quaestionis solutionem invenisse, sic ait ad eum:

Slide 16 - Open vraag

welk woord is een lijdend voorwerp?
A
iuvenem
B
solutionem
C
quaestionis
D
eum

Slide 17 - Quizvraag

r24 "Erras, iuvenis, nihil verum dicis.

Slide 18 - Open vraag

iuvenis is een
A
imperativus
B
vocativus
C
nominativus
D
genitivus

Slide 19 - Quizvraag

r25 Decollari quidem mereberis, sed habes triginta dierum spatium:

Slide 20 - Open vraag

Hoveel dagen krijgt Apollonius de tijd?
A
3
B
13
C
30
D
33

Slide 21 - Quizvraag