Gezondheid

Gezondheid
zoönose en immuniteit
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
DierverzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Gezondheid
zoönose en immuniteit

Slide 1 - Tekstslide

Zoönose

Slide 2 - Woordweb

Een zoönose wordt veroorzaakt door:
A
Schimmels en parasieten
B
Bacteriën en virussen
C
Bacteriën, virussen, schimmels en parasieten
D
Parasieten

Slide 3 - Quizvraag

Hoe kunnen zoönose worden verspreid?
A
Eten van vlees, eieren of melk
B
Fietsen langs een stal
C
Zoönose worden niet verspreid, je krijgt het gewoon binnen
D
Direct contact met urine, ontlasting of bloed

Slide 4 - Quizvraag

Hoe kan je voorkomen dat je zelf ziek wordt door een zoönose?

Slide 5 - Open vraag

Geef voorbeelden van zoönose

Slide 6 - Open vraag

Katten hebben zelf geen last van toxoplasmose
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

welke zoönose zie je op de foto?
A
Q-koorts
B
Platworm
C
Ringworm
D
Vogelgriep

Slide 8 - Quizvraag

Aan welke zoönose denk je als je de volgende symptomen hoort: hoge koorts, nierontsteking, geelzucht, bloedingen, spierpijn in de kuiten, rode ogen en vergroting lever en milt
A
Toxoplasmose
B
Leptospirose (ziekte van weil)
C
Ectyma
D
Pest

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor Ectyma?

Slide 10 - Open vraag

Hoe wordt de ziekte van lyme overgebracht?
A
Beet van een hond
B
Beet van een kat
C
Beet van een teek
D
Beet van een vlo

Slide 11 - Quizvraag

immuniteit

Slide 12 - Woordweb

Je hebt alleen maar een vorm van immuniteit en dat is actieve immuniteit
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van actief kunstmatige immuniteit

Slide 14 - Open vraag

Immuniteit gekregen door een vaccinatie is een vorm van passieve immuniteit
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Wat is immuniteit?
A
Je krijgt de ziekte niet meer, omdat je gevaccineerd bent of de ziekte hebt gehad.
B
Je behandelt de ziekte met medicijnen.
C
De arts verteld je welke ziekte je hebt.
D
Als je lichaam zelf de ziektekiemen opruimt.

Slide 16 - Quizvraag

Hoe wordt parvo overgedragen op andere honden?

Slide 17 - Open vraag

Waarom wordt er gevaccineerd?
A
Omdat Edward Jenner dat zo heeft bedacht
B
Ik wordt helemaal niet gevaccineerd
C
Afweer wakker maken om te vechten tegen virussen of bacteriën
D
Het lichaam is niet in staat om zich te kunnen weren tegen ziektes

Slide 18 - Quizvraag

Subcutaan
Intramusculair
Intranasaal
Oraal
Onder de huid
Via de bek
In de spier
In de neus

Slide 19 - Sleepvraag

Aan welke ziekte denk je bij de volgende symptomen: Hoesten en braakneigingen
A
Hondenziekte
B
Kennelhoest
C
HCC
D
Parvo

Slide 20 - Quizvraag

Hoe lang is de incubatie tijd van rabiës?
A
1 tot 3 weken
B
6 tot 7 dagen
C
6 weken tot 1,5 jaar
D
8 dagen tot een jaar

Slide 21 - Quizvraag

Wat is het vaccinatieschema van de hond?

Slide 22 - Open vraag

Paarden worden gevaccineerd tegen:
A
Tetanus
B
Rabiës
C
Influenza
D
Myxomatose

Slide 23 - Quizvraag

Tegen welke ziektes wordt de kat gevaccineerd en wanneer?

Slide 24 - Open vraag

Van welk dier is dit vaccinatieschema?
A
Ezel
B
Konijn
C
Cavia
D
Schaap

Slide 25 - Quizvraag

Welke ziekte zie je hieronder?
A
Ectyma
B
Kattenkrabziekte
C
Rabiës
D
HCC

Slide 26 - Quizvraag

Wat zijn de ziekteverschijnselen van parvo?

Slide 27 - Open vraag