De Grote Wetenschapsquiz 1e klas

De Grote Wetenschapsquiz 1e klas
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScienceMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

De Grote Wetenschapsquiz 1e klas

Slide 1 - Tekstslide


H1: natuur- of scheikunde

Waar gaat dat over?
NaSk
Introductie

Slide 2 - Tekstslide

Wie is deze natuurkundige?
A
Isaac Newton
B
Albert Einstein
C
Dmitri Mendelejev

Slide 3 - Quizvraag

Scheikunde
A
Sport
B
Geschichte
C
Physik
D
Chemie

Slide 4 - Quizvraag

Wat is er nodig voor een regenboog?
A
water
B
licht
C
water en licht
D
water, licht en wolken

Slide 5 - Quizvraag

Wat is geen natuurkundig verschijnsel?
A
bliksem
B
luchtdruk
C
geluid
D
cultuur

Slide 6 - Quizvraag

SCIENCE

Nova H2 Stoffen

Slide 7 - Tekstslide

Stofeigenschappen zijn:
A
geur, kleur, massa
B
fase, geur, kleur
C
kookpunt, smeltpunt, kleur
D
fase, geur, smaak

Slide 8 - Quizvraag

Op gevaarlijke stoffen vind je pictogrammen. Wat is de betekenis van deze pictogram?
A
Giftig
B
Milieugevaarlijk
C
Bijtend
D
Schadelijk

Slide 9 - Quizvraag

De dichtheid van de badeend is ...... dan de dichtheid van water
A
Groter
B
Kleiner
C
Gelijk
D
Geen idee

Slide 10 - Quizvraag

Welke scheidingsmethode is dit?
A
bezinken en afschenken
B
filtreren
C
destilleren
D
indampen

Slide 11 - Quizvraag

H3 Water

Slide 12 - Tekstslide

Dauw is een vorm van water. In welke fase is dauw?
A
condenseren
B
waterdamp
C
vast
D
vloeibaar

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het meetbereik van de thermometer?
A
0 tot 50°C
B
100 °C
C
- 50 tot + 50 graden°C

Slide 14 - Quizvraag

Hoe heet de fase-
verandering van
vloeibaar naar gas?
A
Condenseren
B
Verdampen
C
Stollen
D
Smelten

Slide 15 - Quizvraag

Hoe heet de fase-verandering
van vast naar vloeibaar?
A
Condenseren
B
Verdampen
C
Stollen
D
Smelten

Slide 16 - Quizvraag

H4 Elektriciteit

Slide 17 - Tekstslide

Als een stroomkring wordt gesloten, gaat een lampje in die stroomkring uit.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Wat is het schakelsymbool van een stroombron?
A
B
C
D

Slide 19 - Quizvraag

Hoe is de schakeling
geschakeld?
A
In serie
B
Parallel

Slide 20 - Quizvraag