In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Oriëntatie
Hoofdstuk 4
Slide 1 - Tekstslide
Wat weet jij eigenlijk van de Middeleeuwen?
Slide 2 - Woordweb
Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen waar hoofdstuk 4 over zal gaan.
Ben je in staat om 3 soorten veranderingen te noemen bij het vak geschiedenis
Slide 3 - Tekstslide
Tijd van monniken en ridders (500 - 1000)
In het wit zie je een helm, zoals ridders die droegen. Op de achtergrond zie je een deel van een klooster. Ridderschap en de christelijke kerk horen bij de Tijd van monniken en ridders.
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga
Heer Halewijn-
Middeleeuwse overlevering over Halewijn en Machteld
Slide 4 - Tekstslide
Eerst de naam:
De Middeleeuwen
(Dark Ages)
De tijd na het Romeinse Rijk (Oudheid) en vóór de Nieuwe Tijd.
Het ligt in het midden van die twee perioden: tussenperiode
Ongeveer tussen 500 en 1500
Vroege Middeleeuwen: 500-1000
Late Middeleeuwen: 1000-1500
Slide 5 - Tekstslide
Tijd van Grieken en Romeinen
(500 v. Chr. - 500 n. Chr.)
Tijd van Monniken en Ridders
(500-1000)
(Vroege Middeleeuwen)
Tijd van Steden en Staten
(1000-1500)
(Late Middeleeuwen)
1492: Columbus 'ontdekt' Amerika
(Einde van de Middeleeuwen)
⚓️
476: Val van het West-Romeinse Rijk
(Begin van de Middeleeuwen)
🔥
Tijd van Ontdekkers en Hervormers
(1500-1600)
Tijd van Regenten en Vorsten
(1600-1700)
Tijd van Pruiken en Revoluties
(1700-1800)
Slide 6 - Tekstslide
Wanneer beginnen de Middeleeuwen?
A
500 v. C
B
400 n C
C
500 n C
D
700 n C
Slide 7 - Quizvraag
Hoe heet het tijdvak van hoofdstuk 4?
A
Monniken en ridders
B
Vorsten, monniken en boeren
C
steden en staten
D
monniken, vorsten en ridders
Slide 8 - Quizvraag
Hoe lang duren de Middeleeuwen?
A
500 jaar
B
750 jaar
C
1000 jaar
D
1500 jaar
Slide 9 - Quizvraag
Waar komt de naam Middeleeuwen vandaan?
A
uit de Romeinse tijd
B
uit de Middeleeuwen
C
uit de Rennaissance, na de Middeleeuwen
D
uit de Moderne Tijd
Slide 10 - Quizvraag
Welk onderwerp komt NIET voor in hoofdstuk 4?
A
de opkomst van de Islam
B
het verdwijnen van steden en handel
C
het verspreiden van Christendom
D
de kruistochten
Slide 11 - Quizvraag
Van welke keizer uit de Middeleeuwen is deze handtekening?
A
Keizer Augustus
B
Keizer Karel de Grote
C
Keizer Clovis
D
Keizer Karel V
Slide 12 - Quizvraag
Gebruik de bron: Welk (huidig) land zat niet in het rijk van Karel de Grote?
A
Spanje
B
Frankrijk
C
Nederland
D
Duitsland
Slide 13 - Quizvraag
Wat was er bijzonder aan de kroning van Karel de Grote tot keizer?
Slide 14 - Open vraag
Vogelvlucht H4
Middeleeuwen: 500 tot 1500 n C
Twee tijdvakken: Monniken en Ridders (vroege middeleeuwen) en Steden en Staten (late middeleeuwen)
Belangrijke vorst: keizer Karel de Grote
Karolingische Rijk: groot deel oud West-Romeinse Rijk
Naam 'Middeleeuwen' komt uit Renaissance (1500): 'donkere' eeuwen tussen de Oudheid en hun eigen tijd
Slide 15 - Tekstslide
Problemen in(intern) het Romeinse rijk
De val van het Romeinse Rijk
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Problemen in (intern) het Romeinse rijk
395 na Chr.: Splitsing Romeinse rijk > scheiding binnen het Romeinse Rijk: West-Romeinse(ROME) rijk (WRR)en het Oost-Romeinse rijk (ORR) (CONSTANTINOPEL) met als oorzaken:
3e eeuw n.chr. epidemieën, productie en handel daalde...herkenbaar....
Minder belasting inkomsten voor soldij
Minder soldaten voor aan de grenzen
Lange diensttijd
Strijd over keizerschap (50 in 50 jaar tijd)
O.R.R tot 1453 na Chr.
W.R.R. nog meer externe problemen....
Slide 18 - Tekstslide
In het West-Romeinse Rijk, met de hoofdstad Rome (later: Milaan en Ravenna), spraken de meeste mensen Latijn.
In het Oost-Romeinse Rijk, met de hoofdstad Constantinopel, spraken de meeste mensen Grieks.
Slide 19 - Tekstslide
Problemen buiten (extern) het Romeinse rijk
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Problemen buiten het Romeinse rijk
Invallen van de Germanen - Goten - Franken
Invallen van de Vandalen
Op zoek naar nieuwe gronden, milder klimaat en rijkdom.
Plundering van Rome 476 n Chr.=einde W.R.R.
Slide 22 - Tekstslide
Romulus Augustulus
De 'kleine Augustus' is de laatste keizer van het West-Romeinse Rijk. Hij is 10 jaar als hij keizer wordt, maar na een jaar wordt hij afgezet door de Germaan Odoaker in 476.
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Video
Christenen in het Romeinse Rijk
Het Christendom verspreidt zich snel in het Romeinse Rijk.
De goede wegen en de aantrekkingskracht van het geloof
zorgen ervoor dat veel mensen christen worden.
De Grote Volksverhuizing tussen de 3e en 5e eeuw.
De Hunnen waren een stam uit Azië. Ze waren gevreesd omdat ze erg wreed zouden zijn. Europese stammen slaan op de vlucht en kunnen, nu de grenzen niet meer zijn bewaakt, het Romeinse Rijk binnentrekken.
De Vandalen kwamen helemaal tot aan Rome. Ze plunderden de stad een paar keer en roofden zelfs het goud van de tempeldaken. Het begrip vandalisme komt inderdaad van de plunderende Vandalen.
De Angelen en Saksen steken de Noordzee over en komen terecht in Engeland.
Veel namen van stammen kom je tegenwoordig nog steeds tegen in namen van landen en streken: Franci (Frankrijk), Alemanni (Duitsland, in het Frans: Allemange), Bavarii (Beieren), enz.
3e - 5e eeuw Volksverhuizingen
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Video
Historisch denken: veranderingen
Bij het vak geschiedenis kijk je dus vaak naar wat er veranderd en wat hetzelfde blijft!
We behandelen 3 soorten veranderingen:
politieke veranderingen (bijv. wetten en bestuur)
economische veranderingen (bijv. geld en werk)
religieuze veranderingen (bijv. geloof en god)
Slide 27 - Tekstslide
De invoering van het Karolingische pond is een....
A
politieke verandering
B
economische verandering
C
religieuze verandering
Slide 28 - Quizvraag
De splitsing van het Frankische Rijk in drie delen is een...