In deze les zitten 10 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Wat weet je nog over bloed?
Slide 1 - Woordweb
Slide 2 - Tekstslide
Vloeibaar weefsel
55% plasma -> bloedplasma bestaat uit water en opgeloste stoffen 45% bloedcellen -> rode bloedcellen, witte bloedcellen, bloedplaatjes
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Slide 5 - Tekstslide
Grote bloedsomloop
De grote bloedsomloop loopt vanuit het hart naar alle delen van het lichaam. De linkerkamer pompt het zuurstofrijke bloed via de aorta het lichaam in. De aorta vertakt zich tot steeds kleinere vaten en haarvaten.
Slide 6 - Tekstslide
Kleine bloedsomloop
In de kleine bloedsomloop komt zuurstofarm bloed binnen in de rechterboezem van het hart. De klep tussen de rechterboezem en -kamer opent en het bloed stroomt naar de rechterkamer. Het hart pompt het bloed via de rechterkamer en de longslagader naar de longen.
Slide 7 - Tekstslide
Slagader
Slide 8 - Tekstslide
Door welke bloedvaten stroomt je bloed?
Aders vervoeren het bloed van de organen terug naar het hart.
De grootste ader is de holle ader.
Aders hebben kleppen, zodat het bloed niet terugstroomt.
Slide 9 - Tekstslide
Haarvaten
Bij de organen vertakken de slagaders in haarvaten.
In de wand van de haarvaten zitten kleine openingen.
De cellen in de wand van een haarvat laten weefselvloeistof (bloedplasma) en witte bloedcellen door.