17 - Op weg naar rijbewijs B

Op weg naar rijbewijs B - les 17
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GASVBuitengewoon secundair onderwijs

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Op weg naar rijbewijs B - les 17

Slide 1 - Tekstslide

Hoe snel mag je op deze rijbaan in Vlaanderen?
A
50 km/u
B
70 km/u
C
90 km/u
D
120 km/u

Slide 2 - Quizvraag

Hoe snel mag je op deze rijbaan in Brussel?
A
50 km/u
B
70 km/u
C
90 km/u
D
120 km/u

Slide 3 - Quizvraag

Hoe snel mag je op deze rijbaan in Wallonië?
A
50 km/u
B
70 km/u
C
90 km/u
D
120 km/u

Slide 4 - Quizvraag

Hoe snel mag je op deze rijbaan in Vlaanderen?
A
50 km/u
B
70 km/u
C
90 km/u
D
120 km/u

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de maximumsnelheid op autosnelwegen?

Slide 6 - Open vraag

Wat is de minimumsnelheid op autosnelwegen?

Slide 7 - Open vraag

2. Waar mag je sneller rijden: verkeersborden 
Een verkeersbord laat een hogere snelheid toe.
Verkeersborden kunnen aangeven dat je sneller mag rijden. 
Een verkeersbord geldt tot aan het volgend kruispunt.

Slide 8 - Tekstslide

3. Waar moet je trager rijden: verkeersborden 
Verkeersborden zoals dit bord leggen een lagere maximumsnelheid op.




Een onderbord kan aangeven waar de snelheidsbeperking 
begint. In dit voorbeeld mogen de bestuurders over 
200 meter niet sneller dan 70 km/u rijden. 


Slide 9 - Tekstslide

3. Waar moet je trager rijden: verkeersborden 
Een onderbord kan ook aangeven voor welke voertuigen de snelheidsbeperking geldt. In dit voorbeeld mogen 
voertuigen met een MTM van meer dan 3500 kg niet 
sneller dan 50 km/u rijden. 

Slide 10 - Tekstslide

3. Waar moet je trager rijden: verkeersborden 
Een snelheidsbeperking stopt na het passeren van een kruispunt of bij het voorbereiden van één van deze twee borden.

 

Slide 11 - Tekstslide

3. Wanneer moet je trager rijden: snelheid op de rijstroken? 
Boven de rijstroken van een autosnelweg/autoweg 
kan op borden de maximumsnelheid per rijstroken 
worden aangegeven.


Naast de rijbaan kunnen ook verkeersborden staan. 
Op het bord wordt per rijstrook de maximumsnelheid 
aangegeven.



Slide 12 - Tekstslide

3. Wanneer moet je trager rijden: snelheid op de rijstroken? 
Bij een afrit staat soms dit bord met daarboven een snelheidsbeperking.

De snelheid geldt dan alleen voor voertuigen op de afrit.

Slide 13 - Tekstslide

Wat betekent dit verkeersbord?

Slide 14 - Open vraag

3. Wanneer moet je trager rijden: zone
Ook een zonebord kan een lagere snelheid opleggen, 
zoals hier een zone 50. Als het een vast wit bord is, geldt 
die snelheidsbeperking altijd.



Een zone eindigt zodra je het bord
“einde zone” voorbijrijdt.


Slide 15 - Tekstslide

3. Wanneer moet je trager rijden: zone
Een zone 30 kom je vaak tegen in de buurt van een school. Als het een vast 
wit bord is, geldt de snelheidsbeperking altijd. Een zone 30 kan ook 
aangegeven worden door een elektronisch bord. 
In dit geval geldt de zone enkel wanneer het bord oplicht.



Het einde van een zone kan aangegeven worden 
door “einde zone 30”. Ook dit kan elektronisch worden 
voorgesteld.


Slide 16 - Tekstslide

Hoe snel mag je rijden binnen de bebouwde kom
A
20 km/u
B
30 km/u
C
50 km/u
D
70 km/u

Slide 17 - Quizvraag

Hoe snel mag je rijden binnen een woonerf
A
20 km/u
B
30 km/u
C
50 km/u
D
70 km/u

Slide 18 - Quizvraag

Hoe snel mag je rijden binnen een fietsstraat
A
20 km/u
B
30 km/u
C
50 km/u
D
70 km/u

Slide 19 - Quizvraag

Hoe snel mag je rijden op een verhoogde inrichting
A
20 km/u
B
30 km/u
C
50 km/u
D
70 km/u

Slide 20 - Quizvraag

3. Wanneer moet je trager rijden: verhoogde inrichting
Om bestuurders trager te doen rijden, kan een verhoogde inrichting 
aangelegd worden. Dit gevaarsbord kondigt een verhoogde inrichting 
binnen 150 meter aan. 



Bij de gevaarsborden kunnen ook onderborden geplaats worden.
Dit wil zeggen dat over een afstand van 500 meter er verschillende 
verhoogde inrichtingen zijn.




Slide 21 - Tekstslide

Hoe snel mag je rijden wanneer je een auto aan het slepen bent?
A
10 km/u
B
15 km/u
C
20 km/u
D
25 km/u

Slide 22 - Quizvraag