Op weg naar rijbewijs B - les 18

Op weg naar rijbewijs B - les 18
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GASVBuitengewoon secundair onderwijs

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Op weg naar rijbewijs B - les 18

Slide 1 - Tekstslide

Waar moet je rijden op de rijbaan?

Slide 2 - Open vraag

1. Rechts rijden 
Met de auto rijd je steeds rechts op de rijbaan.



Ook als er meerdere rijstroken zijn rijd je rechts op de rijbaan of op de rechterrijstrook.

Slide 3 - Tekstslide

2. Wanneer hoef je niet rechts te rijden? 
1. Borden boven de rijbaan die de bestemming aangeven

Waar deze borden boven de rijbaan hangen, mag je de rijstrook of de rijrichting volgen die je nodig hebt.

Zodra je in de juiste richting rijdt, moet je opnieuw rechts op de rijbaan rijden.

Slide 4 - Tekstslide

2. Wanneer hoef je niet rechts te rijden? 
2. Pijlen op de rijbaan

Bij een blauw bord met witte pijlen mag je kiezen welke rijstrook je nodig hebt. Er zijn dan ook pijlen op de rijstroken geschilderd.

Op het kruispunt moet je dan wel de richting van de pijlen volgen, ook als je je hebt vergist. Voorbij het kruispunt moet je opnieuw rechts rijden.

Slide 5 - Tekstslide

2. Wanneer hoef je niet rechts te rijden? 
3. File

Bij zeer druk verkeer (file) is een bestuurder niet verplicht om op de rechterrijstrook te rijden.

Zelfs bij file mag je nooit op de pechstrook rijden.

 

Slide 6 - Tekstslide

2. Wanneer hoef je niet rechts te rijden? 
4. Binnen de bebouwde kom

Binnen de bebouwde kom mag je kiezen op welke rijstrook je rijdt op wanneer het gaat over volgende situatie 
  • Een rijbaan met eenrichtingsverkeer
  • Een rijbaan verdeeld in rijstroken met minstens twee rijstroken per rijrichting

Slide 7 - Tekstslide

2. Wanneer hoef je niet rechts te rijden? 
5. Rotonde
Op een rotonde mag je de rijstrook nemen die het best aan je bestemming beantwoordt.

Slide 8 - Tekstslide

2. Wanneer hoef je niet rechts te rijden? 
6. Busstrook
Een busstrook is bestemd voor bussen en taxi’s en daarop mag je alleen rijden als je aan het volgende kruispunt wil afslaan of als je een parking of oprit wil oprijden

Slide 9 - Tekstslide

Verboden toegang in beide richtingen voor iedere bestuurder

Verboden richting voor iedere bestuurder, behalve voor fietsers. Zij mogen hier wel inrijden.

Verboden richting voor iedere bestuurder.

Verboden toegang in beide richtingen voor iedere bestuurder, uitgezonderd voor fietsers. Zij mogen wel in beide richtingen in de straat rijden.

Slide 10 - Sleepvraag

3. Waar mag je niet rijden 
Volgende borden hebben bijna altijd dezelfde betekenis. Enkel het voertuig dat niet toegelaten is in beide rijrichtingen verandert. 

Verboden toegang voor bestuurders van motorvoertuigen met meer dan twee wielen en van motorfietsen met een zijspan. Je mag met een personenauto dus niet voorbij dit bord rijden.
Verboden toegang voor bestuurders van quads. Je mag met een personenauto dus voorbij dit bord rijden.

Slide 11 - Tekstslide

Wat betekent dit verkeersbord?

Slide 12 - Open vraag

Wat betekent dit verkeersbord?

Slide 13 - Open vraag

4. Waar moet je rijden? 
1. Verplichte richting 
Op sommige plaatsen staan verkeersborden die aangeven in welke richting je ze moet voorbijrijden. Dit bord betekent: verplicht de richting van de pijl te volgen.

Een bord verplichte richting kan ook op een paal staan. Als je dit bord voorbijrijdt, moet je de richting van de pijl volgen. Je moet dus rechtendoor rijden.

Slide 14 - Tekstslide

4. Waar moet je rijden? 
1. Verplichte richting 
Dit bord betekent: verplicht één van de richtingen van de pijlen te volgen. In dit voorbeeld moet je dus rechtendoor rijden of rechts afslaan.

Slide 15 - Tekstslide

4. Waar moet je rijden? 
2. Verkeersgeleider
Je hebt ook plaatsen waar geen borden staan, maar wel wegmarkeringen of eilandjes. Dit zijn verkeersgeleiders.

Je moet ze rechts voorbijrijden.

Slide 16 - Tekstslide

4. Waar moet je rijden? 
3. Keuze van richting
Je mag zowel links als rechts voorbij dit bord rijden. 

Slide 17 - Tekstslide