Een snoepwinkel verkocht afgelopen zaterdag 56 zakjes lolly's, dat is 14% van de hele voorraad lolly's. Bereken hoeveel zakjes lolly's ze op voorraad hadden.
%
aantal
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.
Onderdelen in deze les
Geheel berekenen
Een snoepwinkel verkocht afgelopen zaterdag 56 zakjes lolly's, dat is 14% van de hele voorraad lolly's. Bereken hoeveel zakjes lolly's ze op voorraad hadden.
%
aantal
Slide 1 - Tekstslide
Geheel berekenen
Een snoepwinkel verkocht afgelopen zaterdag 56 zakjes lolly's, dat is 14% van de hele voorraad lolly's. Bereken hoeveel zakjes lolly's ze op voorraad hadden.
%
14
100
aantal
56
?
Slide 2 - Tekstslide
Geheel berekenen
Bereken hoeveel zakjes lolly's ze op voorraad hadden.
Berekening: 56:14x100=400. Antwoord: Ze hadden 400 zakjes op voorraad
%
14
1
100
aantal
56
?
:14
x100
x100
:14
Slide 3 - Tekstslide
Wiskunde
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
Uitleg tweede deel paragraaf 4.
Maken 4.5, 4.6 en 4. 7 (H of V)
Slide 7 - Tekstslide
Je leert deze les:
De juiste formule te gebruiken om het geheel, deel of percentage te berekenen.
Ditzelfde maar dan bij verhaalsommen
Slide 8 - Tekstslide
Deel, geheel of percentage bereken
Je gebruikt een verhoudingstabel of je gebruikt de juiste formule