Bs4: Vorming van gedrag

Thema 6: Waarneming en gedrag
Basisstof 4: Vorming van gedrag
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 6: Waarneming en gedrag
Basisstof 4: Vorming van gedrag

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Herhaling
  • Uitleg voor wie dat nodig heeft
  • Aan het werk! 
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Geluiden, geuren en kleuren kunnen prikkels zijn die bij dieren leiden tot bepaald gedrag.
Welke van deze prikkels kunnen een rol spelen bij het voortplantingsgedrag van dieren?
A
Alleen geluiden en geuren
B
Alleen geluiden en kleuren
C
Alleen geuren en kleuren
D
Zowel geluiden als geuren en kleuren

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de inwendige prikkel voor baltsgedrag?

Slide 4 - Open vraag

Spreeuwenjongen die pas uit het ei gekomen zijn, hebben hun ogen nog dicht. Wanneer een ouder op het nest landt, sperren ze onmiddellijk hun bek open.
Wat is de uitwendige prikkel voor dit gedrag van de spreeuwenjongen?
A
Honger
B
Het bewegen van het nest
C
Het ruiken van een worm
D
Het zien van hun ouder

Slide 5 - Quizvraag

In februari nemen mannetjes-aalscholvers bij het zien van vrouwtjes bepaalde houdingen aan. Hoe wordt het gedrag in de afbeelding genoemd?

Slide 6 - Open vraag

Hoe wordt tabel 2 genoemd?

Slide 7 - Open vraag

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kan ik:
  • Toelichten dat gedrag deels erfelijk is bepaald;
  • De dynamische relatie beschrijven tussen een organisme en zijn omgeving.

Slide 8 - Tekstslide

Informatie stuurt gedrag
  • Bij gedrag spelen erfelijke eigenschappen en aangeleerde eigenschappen een rol.
  • Erfelijk gedrag vertoon je vanaf de geboorte (slikken of grijpen);
  • Aangeleerd gedrag ontwikkelt later (bijvoorbeeld lopen of praten).
  • Interne en externe prikkels worden hierbij gecombineerd.

Slide 9 - Tekstslide

Prikkels en motivatie
  • Motivatie is de bereidheid om een bepaald gedragssysteem uit te voeren. Bijvoorbeeld voedingsdrang, voortplantingsdrang of vluchtdrang.
  • Combinatie van de sterkte van interne en externe prikkels.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Periodieke invloeden
Regelmatig terugkerende schommelingen in het interne of externe milieu zijn periodieke invloeden.
  • Slaap-waakritme
  • Voortplantingsdrang
  • Voedingsdrang

Slide 12 - Tekstslide

Sleutel- en supranormale prikkels
  • Een sleutelprikkel is een prikkel die telkens dezelfde respons oplevert.
  • Een supranormale prikkel is een goede, versterkte sleutelprikkel, en levert dus een heftigere respons op.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide


Slide 16 - Open vraag


A
De rode binnenkant van de bek
B
Het zien van de jongen
C
De honger van het jong
D
De aanwezigheid van een insect

Slide 17 - Quizvraag


Slide 18 - Open vraag