Toets hoofdstuk 3

Hoofdstuk 3 
herhaling + par 6 uitleg
  • Lees eerst de vragen
  • Vul daarna de antwoorden in
  • Veel succes

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3 
herhaling + par 6 uitleg
  • Lees eerst de vragen
  • Vul daarna de antwoorden in
  • Veel succes

Slide 1 - Tekstslide

Herhalen werkloosheid
Je krijgt nu een aantal vragen om te testen of je hebt begrepen welke soorten werkloosheid er is. Mocht je dit nog niet goed begrijpen, kijk dan even je gemaakte opdrachten na.

Slide 2 - Tekstslide

Henk is politieagent en wil graag dierenarts worden. Hij gaat naar school om zich te scholen. Hoe noemen we deze vorm van scholing?
A
Omscholen
B
Herscholen
C
Bijscholen

Slide 3 - Quizvraag

Wout werkt bij een hoveniersbedrijf. In de winter ligt dat bedrijf stil. Dan zit Wout werkloos thuis.
Hoe heet deze vorm van werkloosheid?
A
Regionale werkloosheid
B
Seizoenswerklooheid
C
Frictiewerkloosheid

Slide 4 - Quizvraag

Isolde en Giovanni zijn werkloos. Giovanni werkte als administratieve hulp op een administratiekantoor, maar door de aanschaf van nieuwe apparatuur en nieuwe computerprogramma’s werd zijn werk overbodig. Isolde heeft als gezinshulp gewerkt, maar bij een reorganisatie van de zorginstelling is haar baan geschrapt.
Geef aan bij wie er sprake is van structurele werkloosheid. Kies uit de volgende mogelijkheden:
A
Giovanni
B
Isolde
C
Isolde en Giovanni

Slide 5 - Quizvraag

Nora is bedrijfsleider van een matrassenfabriek. Er komen maar kleine bestellingen binnen. De afzet van de fabriek is veel lager dan in vorige jaren. Nora moet een aantal werknemers ontslaan.
Geef aan welk soort werkloosheid deze werknemers treft als ze geen nieuwe baan vinden. Kies uit de volgende mogelijkheden:
A
conjuncturele werkloosheid
B
regionale werkloosheid
C
seizoenwerkloosheid
D
structurele werkloosheid

Slide 6 - Quizvraag

Conjuncturele werkloosheid
Conjuncturele werkloosheid
Structurele werkloosheid
De mensen kunnen minder goederen en diensten kopen (door minder koopkracht) dus bedrijven zetten minder, gaan minder produceren en er zijn daardoor minder mensen nodig
Werknemers hebben de verkeerde opleiding of geen opleiding voor de vacatures die er zijn. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Uitleg H3.6
Doelen:
- je weet hoe lagere loonkosten de concurrentiepositie kunnen verbeteren.
- Je weet hoe de overheid de werkloosheid kan verminderen. 

Slide 9 - Tekstslide

Door lagere sociale premies gaan de loonkosten omlaag. Wanneer de loonkosten omlaag gaan, gaan de kosten van een product omlaag en kan het voor een lagere vraagprijs op de markt komen. Dit verbetert de concurrentiepositie. 
Lagere loonkosten -> lagere kosten  -> lagere prijs -> betere concurrentiepositie

Slide 10 - Tekstslide

Maak vraag 1 a, b en c
timer
2:00

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

De overheid kan het de werkloosheid verminder door: 
  • lagere sociale premies invoeren.
  • de overheid gaat zelf geld uitgeven. 
  • De overheid kan de belasting verminderen.
  • De overheid betaald loonkostensubsidie. 
Overheidsingrijpen
De overheid kan meer gaan besteden, dan kopen zij meer en moet dit gemaakt worden. Hiervoor zijn mensen nodig. Maar ook ervoor zorgen dat er subsidie komt op de kinderopvang zodat ouders kunnen werken i.p.v. op de kinderen moeten passen. 

Slide 13 - Tekstslide

Maak vraag 2 t/m 5
timer
8:00

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide