Hoe beantwoord ik een vraag?
1. Lezen van de vraag
2. Wat weet ik al? Herken ik begrippen?
3. Beantwoorden van de vraag
3A. Ik betrek de vraag in mijn antwoord.
3B. Ik geef antwoord met hele zinnen.
3C. Ik maak gebruik van een conclusie en een onderbouwing
4. Heb ik antwoord gegeven op de vraag?