In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Politiek
&
Debatteren
Slide 1 - Tekstslide
Op welke partij stemmen jouw ouders?
Slide 2 - Poll
Slide 3 - Tekstslide
Ben jij het eens met de politieke keuze van jouw ouders?
😒🙁😐🙂😃
Slide 4 - Poll
Hebben jullie thuis wel eens gesprekken over politiek?
nooit
soms
regelmatig
vaak
Slide 5 - Poll
Wat is debatteren?
Slide 6 - Woordweb
Definitie debatteren:
Een debat is een woordenstrijd tussen twee partijen over een stelling. De ene partij neemt over de stelling of kwestie een positief standpunt in en de andere partij een een negatief standpunt.
Slide 7 - Tekstslide
Debat
- discussiëren met regels
- de jury overtuigen met argumenten
Slide 8 - Tekstslide
Regels
Debatleider geeft het woord aan de sprekers
Iedereen heeft respect voor elkaar
Je probeert de jury te overtuigen
Niet je eigen mening telt, maar hoe je de stelling het best kan verdedigen of onderbouwen
Slide 9 - Tekstslide
Debatteren
Een gesprek waarin je de voor- en nadelen van een stelling/ visie / mening bespreekt.
Gebruik van argumenten en uitleg
Slide 10 - Tekstslide
Hoe werkt een debat?
Stelling wordt gepresenteerd
Voor: argumenten uitleggen
Tegen: argumenten uitleggen
Voor: verweren tegen de argumenten
Tegen: verweren tegen de argumenten
Tegen: conclusie
Voor: conclusie
Persoon 1: 2 argumenten
Persoon 2: 2 argumenten
LAAT ELKAAR AAN HET WOORD
Slide 11 - Tekstslide
Hoe maak je een argument?
Argument is langer dan 1 zin
Opbouw:
1. argument: vat in een korte zin je argument samen.
2. Uitleg: leg je argument uit. Gebruik hier 2 vragen:
Waarom klopt je argument?
Waarom is je argument belangrijk?
3. Geef een voorbeeld
Slide 12 - Tekstslide
Leerlingen mogen pas werken na het behalen van hun schooldiploma.
A
VOOR
B
TEGEN
Slide 13 - Quizvraag
Leerlingen mogen pas werken na het behalen van hun school diploma. Geef een argument
Slide 14 - Open vraag
Energiedrankjes moeten verboden worden op scholen.
A
VOOR
B
TEGEN
Slide 15 - Quizvraag
Geef een argument vóór en een argument tégen de stelling.
Slide 16 - Open vraag
Het Lagerhuisdebat
Drie keer een stelling
Twee groepen tegenover elkaar: voor en tegen
Eén debatleider
Twee juryleden
Op tijd
Slide 17 - Tekstslide
Opdracht
Je krijgt zo meteen één stelling. Zoek op internet informatie op over deze stelling, vervolgens bedenk je tenminste drie voor en drie tegen argumenten.
Dit werk je individueel uit
Op Magister krijg je te zien in welke groep je volgende les gaat debatteren. Je hoort pas in de les of je voor of tegen bent! Bedenk dus argumenten voor én tegen !
Gebruik bronnen : eigen ideeën - kranten artikel - onderzoek enz.
Overleg met je groep de argumenten.
Doel: win het debat met jouw groep!
Slide 18 - Tekstslide
Stelling
School moet dit jaar verder gaan in de zomervakantie