In deze les zitten 54 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
teach.classdojo.com
Slide 1 - Link
Kun jij zelfstandig starten?
timer
10:00
Je bent welkom aan de instructietafel.
Slide 2 - Tekstslide
Startklaar
voor instructie
BIJ DE TWEEDE BEL, HEB JE:
boek, schrift, etui op tafel.
chromeboek gesloten op tafel.
aandacht bij mevr. Thijs
Slide 3 - Tekstslide
Les 3
Zelfstandig aan de slag
Terugblik
Wat heb je geleerd? Les 2
Wat ga je leren?
(Verlengde) instructie + inoefenen
Zelfstandig aan de slag
Reflectie + Vooruitblik
Slide 4 - Tekstslide
SO donderdag 6 oktober (zie Google Agenda)
Slide 5 - Tekstslide
Leerdoelen bereikt?
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
classroom.google.com
Slide 8 - Link
Eerste wiskundeles
Kennismaking wiskundeboek
Startgevoel bij wiskunde
In 6 stappen naar een voldoende voor wiskunde
Slide 9 - Tekstslide
RUIMTEFIGUREN
VLAKKE FIGUREN
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
kubus ABCD EFGH
Welke letters moeten staan bij de hoekpunten waar nog geen letter staat?
zie tekening
Welk vlak is roze gekleurd?
TUVW
Welk vlak staat er tegenover het gele vlak?
PSWT
Welke ribben komen samen in
hoekpunt S?
PS, RS, SW
U
V
Slide 12 - Tekstslide
De punten K en L zijn hoekpunten van vierkant KLMN.
Teken KL over en maak het vierkant af.
M
N
Slide 13 - Tekstslide
cilinder
uitslag van een cilinder
Slide 14 - Tekstslide
diameter : 2 = straal
Straal = Spaak
Slide 15 - Tekstslide
Weet je nog?
Teken een cirkel met een diameter van 9 cm. Noem het middelpunt M.
PASSEROPENING = 4,5 cm
Slide 16 - Tekstslide
Wat heb je geleerd?
RUIMTEFIGUREN
Les 2
Slide 17 - Tekstslide
Leerdoelen
Ik weet welke ruimtefiguren gebogen en/of platte vlakken hebben.
Ik weet wat de cilindermantel en grondvlakken bij een cilinder zijn.
Ik kan met behulp van een passer een cirkel tekenen als ik de straal of diameter weet.
Ik kan de straal, diameter en het middelpunt in een cirkel tekenen.
Slide 18 - Tekstslide
Heeft het figuur gebogen vlakken en/of platte vlakken?
A
Het figuur heeft alleen platte vlakken.
B
Het figuur heeft alleen gebogen vlakken.
C
Het figuur heeft platte en gebogen vlakken.
Slide 19 - Quizvraag
Heeft het figuur gebogen vlakken en/of platte vlakken?
A
Het figuur heeft alleen platte vlakken.
B
Het figuur heeft alleen gebogen vlakken.
C
Het figuur heeft platte en gebogen vlakken.
Slide 20 - Quizvraag
Heeft het figuur gebogen vlakken en/of platte vlakken?
A
Het figuur heeft alleen platte vlakken.
B
Het figuur heeft alleen gebogen vlakken.
C
Het figuur heeft platte en gebogen vlakken.
Slide 21 - Quizvraag
Heeft het figuur gebogen vlakken en/of platte vlakken?
A
Het figuur heeft alleen platte vlakken.
B
Het figuur heeft alleen gebogen vlakken.
C
Het figuur heeft platte en gebogen vlakken.
Slide 22 - Quizvraag
Heeft het figuur gebogen vlakken en/of platte vlakken?
A
Het figuur heeft alleen platte vlakken.
B
Het figuur heeft alleen gebogen vlakken.
C
Het figuur heeft platte en gebogen vlakken.
Slide 23 - Quizvraag
Heeft het figuur gebogen vlakken en/of platte vlakken?
A
Het figuur heeft alleen platte vlakken.
B
Het figuur heeft alleen gebogen vlakken.
C
Het figuur heeft platte en gebogen vlakken.
Slide 24 - Quizvraag
Heeft het figuur gebogen vlakken en/of platte vlakken?
A
Het figuur heeft alleen platte vlakken.
B
Het figuur heeft alleen gebogen vlakken.
C
Het figuur heeft platte en gebogen vlakken.
Slide 25 - Quizvraag
Hoeveel platte vakken heeft een cilinder?
Slide 26 - Open vraag
Hoeveel platte vakken heeft een kegel?
Slide 27 - Open vraag
Hoeveel platte vakken heeft een bol?
Slide 28 - Open vraag
Wat is er getekend?
A
diameter
B
zijde
C
straal
D
middelpunt
Slide 29 - Quizvraag
Wat is er getekend?
A
diameter
B
zijde
C
straal
D
middelpunt
Slide 30 - Quizvraag
Wat is er getekend?
A
diameter
B
zijde
C
straal
D
middelpunt
Slide 31 - Quizvraag
Wat gebruik je voor de afstand tussen passerpunt en passerpotlood om een cirkel te tekenen?
A
diameter
B
zijde
C
straal
D
middelpunt
Slide 32 - Quizvraag
Teken een cirkel met een diameter van 7 cm in je schrift.
Noem het middelpunt K.
Slide 33 - Tekstslide
Kijk goed na.
De opening van passerpunt tot passerpotlood moest 3,5 cm zijn.
Geef antwoord op de volgende vraag.
Slide 34 - Tekstslide
Heb je de cirkel helemaal goed getekend?
A
ja
B
nee
Slide 35 - Quizvraag
AB is een diameter van een cirkel.
Teken eerst de diameter in je schrift en teken daarna de cirkel.
Slide 36 - Tekstslide
Kijk goed na.
Geef antwoord op de volgende vraag.
Slide 37 - Tekstslide
Heb je de cirkel helemaal goed getekend?
A
ja
B
nee
Slide 38 - Quizvraag
Harm wil een cirkel tekenen met een diameter van 10 cm. Hij zet de punten van zijn passer 4,5 cm ui elkaar. Martine zegt tegen hem dat hij zijn passerpunten precies 4 cm uit elkaar moet zetten. Tim is het daar niet mee eens. Zij zegt dat de passerpunten 5 cm uit elkaar moeten staan.