3GT - Taalverzorging H3/6

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

3GT - Taalverzorging H3/6

Het Tropenmuseum in Amsterdam opent 9 juni een vaste expositie over het koloniaal verleden.

1. vaste = bn verleden = ww
2. Tropenmuseum = zn koloniaal = bn
3. het = vz over = vz
4. opent = ww juni = bn

De tentoonstelling zal 'Onze koloniale erfenis' worden genoemd.

1. de = lw onze = pers.vnw
2. tentoonstelling = bn zal = ww
3. koloniale = zn erfenis = zn
4. onze = bez.vnw genoemd = ww

Er

ook

zn

ww

vz

bn

lw

wordt

aandacht

besteed

aan

de

negatieve

effecten.

Typ een zin met daarin een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord en een voegwoord.

Ik schilder (1) op een andere manier dan schilder (2) Van Gogh.

1. schilder (1) = ww schilder (2) = zn
2. schilder (1) = zn schilder (2) = bn
3. schilder (1) = bn schilder (2) = zn
4. schilder (1) = ww schilder (2) = vz

Er wordt veel aandacht besteed aan grensoverschrijdende zaken.
De ... aandacht

1. besteede
2. besteedde
3. bestede
4. besteden

Aanleiding is de aflevering van BOOS die onlangs werd uitgezonden.
De ... aflevering

1. uitgezend
2. uitgezonde
3. uitzendende
4. uitgezonden

Het gedrag van veel mannen bij TVOH blijkt ongepast te zijn.
Het ... gedrag

1. ongepastte
2. ongepaste
3. ongepasten

Hebben (1) ook (2) handen gewassen?

1. 1 - hun 2 - hen
2. 1 - zij 2 - hen
3. 1 - hun 2 - hun
4. 1 - zij 2 - hun

De vrouw (1) ik heb gepraat, bestuurt de bus (2) ik naar school ga,

1. 1 - met wie 2 - waarmee
2. 1 - waarmee 2 - waarmee
3. 1 - met wie 2 - met wie
4. 1 - waarmee 2 - met wie

Welk meervoud is NIET goed geschreven?

1. melodieën
2. politicussen
3. koloniën
4. data

Noteer een woord met twee meervouden.
Schrijf beide meervouden op.

tussenletter

1. reuzeleuk en dorpsstraat
2. reuzenleuk en dorpstraat
3. reuzenleuk en dorpsstraat
4. reuzeleuk en dorpstraat

Samenstelling en tussenletter -(e)n
Je schrijft geen tussenletter als het eerste woord ...

1. geen zelfstandig naamwoord is
2. geen meervoud heeft
3. alleen een meervoud op een -s heeft
4. een versterking is van het bijvoeglijk naamwoord

tussenletter

1. rijstenpap en stekeblind
2. rijstenpap en stekenblind
3. rijstepap en stekenblind
4. rijstepap en stekeblind

Ik (worden) gek van werkwoordspelling

... (Worden) jij ook zo moe van werkwoordspelling?

werkwoordspelling

1. Gisteren verhuisden we naar Waalwijk.
2. Gisteren verhuisten we naar Sprang-Capelle.
3. Gisteren zijn we naar Drunen verhuisd.
4. Gisteren zijn we naar Waspik verhuist.

werkwoordspelling

1. Gisteren verhuisden we naar Groningen.
2. Gisteren verhuisten we naar Groningen.

werkwoordspelling

1. Het hout is opgebrandt.
2. Het hout is opgebrand.

werkwoordspelling

1. Zij begeleiden de vrouw naar huis gisteren
2. Zij begeleidden de vrouw naar huis gisteren.

Werkwoordspelling

1. De oude man heeft de brief verstuurd.
2. De oude man heeft de brief verstuurt.

werkwoordspelling

1. hij heeft de boel belazerd
2. hij heeft de boel belazert

Verkleinwoorden

1. woningkje
2. woninkje

Verkleinwoord.
Wat is het verkleinwoord van de kano?

1. kano'tje
2. kanotje
3. kanoo'tje
4. kanootje

Wat is het verkleinwoord van sms?

1. smsje
2. sms-je
3. sms'je

Wat is het verkleinwoord van:
cola?

1. colaatje
2. cola'tje
3. cola-tje

Wat is het verkleinwoord van tiramisu?

1. tiramisuutje
2. tiramisu'tje

Koppelteken?

1. 80 jarige
2. 80-jarige

Gebruik van koppelteken. Maak de omschrijving af: Je gebruikt een koppelteken als ...

1. het een moeilijk woord is
2. als er een klinkerbotsing dreigt
3. als je het woord niet goed kan lezen
4. als het een buitenlands woord is

Met of zonder koppelteken?

1. minijurk
2. mini-jurk

Koppelteken?

1. hbo-student
2. hbostudent

Koppelteken?

1. €-teken
2. € teken

Trema
Wanneer gebruik je een trema?

1. Als binnen een woord klinkers botsen
2. Gewoon omdat het leuk staat.
3. als het een samenstelling is
4. als je denkt dat het moet, er is geen regel voor

Trema of niet?

1. gekopïeerd
2. gekopieerd

Trema of niet?

1. tweeentwintig
2. tweeëntwintig

Trema of niet?

1. financien
2. financiën

meervoud

1. kroketten
2. kroketen

Meervoud

1. garages
2. garage's

Wat is het meervoud?

1. machine
2. machientjes
3. machines

Meervoud

1. pianos
2. pianoos
3. piano's
4. pianoo's

meervouden

Wat is het meervoud van idee?

1. idees
2. ideeen
3. ideeën
4. ideën

Meervoud

1. taxis
2. taxi's
3. taxies
4. taxie's

Wat is de persoonsvorm altijd?

1. Een zelfstandig naamwoord
2. Een bijvoeglijk naamwoord
3. Een werkwoord
4. Een voorzetsel

Maak een goede zin met 'gebeurt'

Maak een goede zin met 'beantwoord'