2.3 Lezen

Welkom BK1A!!!
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom BK1A!!!

Slide 1 - Tekstslide

Programma van vandaag
  • Dagopening 
  • Stillezen
  • Lesdoelen
  • Uitleg over de lesstof
  • Aan de slag!
  • Toets bespreken 
vrijdag 20 december - kerstviering

Slide 2 - Tekstslide

Stillezen
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen vorige hoofdstuk
  • Aan het eind van de les kun je een titel en tussenkopje herkennen;
  • Aan het eind van de les kun je het onderwerp en deelonderwerp van een tekst benoemen;
  • Aan het einde van de les kan je uitleggen wat een alinea is en kun je deze herkennen in een tekst.

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen 2.3
Je leert:
- een inleiding, kern en slot herkennen;
- hoe je verkennend leest.

Slide 5 - Tekstslide

zoek:
Titel
Onderwerp
Hoeveel alinea's
Bron

Slide 6 - Tekstslide

Hoeveel alinea's?


Wat is de bron?

Slide 7 - Tekstslide

Inleiding, kern en slot.. Wat is dat?

Slide 8 - Tekstslide

Verkennend lezen
Bekijk de tekst, zodat je al veel van te voren komt te weten. 

Hoe doe je dat?
  • Lees de titel en de tussenkopjes
  • Lees de inleiding en het slot
  • Lees de woorden die vet of schuingedrukt zijn
  • Bekijk de plaatjes
  • Kijk naar de bron (onderaan de tekst, zoals een website of een krant)

Slide 9 - Tekstslide

Lezen 2.3
Samen tekst 1  verkennend lezen 
(bladzijde 81 van je boek).

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag!
H2.3 Lezen
Maken:
Opdracht 1 t/m 12 
(opd. 5 niet)





timer
20:00
Je mag fluisterend  overleggen met je buurman/buurvrouw

Slide 11 - Tekstslide

Signaalwoord en verband
  • Signaalwoord= een woord dat een verband aangeeft tussen zinnen en/of alinea's
  • VB= opsomming, reden, tegenstelling
  • We maken een schema achter in je schrift
tekstverband
opsomming:
signaalwoorden
ook, daarnaast, als eerste, bovendien, verder, tot slot

Slide 12 - Tekstslide

Oefenen
December is een drukke maand. Sinterklaas wordt gevierd.
Kerstbomen worden gekocht.
Overal gaan de lichtjes aan.
Op 24 december is het kerstavond.
Er wordt lekker gekookt en gegeten
Gebruik signaalwoorden die het tekst verband opsomming aangeven. Schrijf de nieuwe zin in je schrift

Slide 13 - Tekstslide

Signaalwoord en verband
  • Signaalwoord= een woord dat een verband aangeeft tussen zinnen en/of alinea's
  • VB= opsomming, reden, tegenstelling
verband
opsomming:
signaalwoorden
ook, daarnaast, als eerste, bovendien, verder, tot slot

Slide 14 - Tekstslide


 Welk woord hoort op het stippellijntje?
 In een tekst zijn er ...... tussen woorden,  
 zinnen en alinea’s.
 

A
leestekens
B
teksten
C
verbanden
D
regels

Slide 15 - Quizvraag


 Hoe noem je woorden die wijzen op een 
 verband tussen zinnen of alinea’s?
A
trefwoorden
B
synoniemen
C
signaalwoorden
D
uitdrukkingen

Slide 16 - Quizvraag


 Om welk tekstverband gaat het hier?
 Ik kreeg een naast een  hapje, ook een  drankje. 
A
reden
B
opsomming
C
oorzaak-gevolg
D
tegenstelling

Slide 17 - Quizvraag


Wat is het signaalwoord?

 Ik kreeg een hapje. Ook een drankje en tot slot een ijsje. Meerdere antwoorden zijn mogelijk.
A
kreeg, ook
B
een, tot slot
C
ook
D
tot slot

Slide 18 - Quizvraag

Waarvan is het een opsomming:

Op het feestje kreeg ik allerlei dingen die ik lekker vond. Eerst kreeg ik een ijsje, daarna een soesje en tot slot een stuk taart.

Slide 19 - Open vraag


 Welke twee signaalwoorden zitten er in zin 2?
A
ze - aan
B
aan - met
C
toen - haal
D
eerst - toen

Slide 20 - Quizvraag

Tekstverband = uitleg
Tekstverband = opsomming
Tekstverband = tegenstelling
 
   ook

  bijvoorbeeld

    zo

    maar

Slide 21 - Sleepvraag