Volleybal

Inleiding
  • Technieken
  • Spelregels
  • Quiz
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Inleiding
  • Technieken
  • Spelregels
  • Quiz

Slide 1 - Tekstslide

Technieken
  • Bovenhandse
  • Onderhandse  
  • Onderhandse service
  • Bovenhandse service

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Welke aanwijzing(en) heb je meegekregen van het filmpje?
(Bovenhandse techniek)

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Video

Welke aanwijzing(en) heb je meegekregen van het filmpje?
(onderhandse techniek)

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Video

Spelregels
Welke volleybal spelregels kennen jullie al?

Slide 8 - Open vraag

Spelregels
  • Het veld
  • Het net
  • Punten scoren/telling
  • serveren 
  • Door draaien

Slide 9 - Tekstslide

Welke vorm hebben je handen bij een bovenhandse techniek?
A
Een cirkel
B
Een driehoek
C
Een vierkant
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 10 - Quizvraag

Waar moet je de bal raken bij de bovenhandse techniek?
A
Op hoofd hoogte
B
Boven je hoofd
C
Op borst hoogte
D
Geen van de antwoorden zijn goed

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de juiste handpositie voor de onderhandse techniek
A
Handen liggen op elkaar en de duimen wijzen naar voren
B
De vingers zitten door elkaar gevouwen
C
Beiden handen zijn vuisten en liggen tegen elkaar
D
Geen van alle is juist

Slide 12 - Quizvraag

Als de bal op de lijn stuitert is de bal uit.
A
Juist
B
onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Een team mag de bal 4x aanraken
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

De speler links in het veld staat moet altijd serveren
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Een speler mag het net aanraken
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Wanneer draait jou team door?
A
Als de tegenstander 1 punt heeft gemaakt
B
Wanneer jij 2 punten op rij hebt gemaakt
C
Wanneer jou team 1 punt heb gemaakt
D
Wanneer de tegenstander 2 punten op rij heeft gemaakt

Slide 17 - Quizvraag

Stel je voor, je schrijft met links. Met welk been sta jij dan voor tijdens de onderhandse service
A
Rechts
B
Links

Slide 18 - Quizvraag