Oefeningen signaalwoorden

Signaalwoord: TEN EERSTE........TEN TWEEDE
A
middel-doel
B
opsomming
C
oorzaak-gevolg
D
tegenstelling
1 / 11
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMBO

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Signaalwoord: TEN EERSTE........TEN TWEEDE
A
middel-doel
B
opsomming
C
oorzaak-gevolg
D
tegenstelling

Slide 1 - Quizvraag

Tekstverband: SAMENVATTING
A
hierdoor
B
concluderend
C
om
D
kortom

Slide 2 - Quizvraag

Welk tekstverband herken je?
Eerst zet je saldo op je ov-chipkaart, daarna activeer je de kaart en vervolgens kun je inchecken en naar je werk reizen.
A
tijdsvolgorde (chronologie)
B
oorzaak-gevolg

Slide 3 - Quizvraag

Om mijn Engels te verbeteren, gebruik ik een online cursus Engels.
A
oorzaak/gevolg
B
reden
C
doel/middel
D
toelichting

Slide 4 - Quizvraag

Als je besluit om dat skateboard te kopen, kun je niet op vakantie.
A
redengevend verband
B
chronologisch verband
C
opsommend verband
D
voorwaardelijk verband

Slide 5 - Quizvraag

Tekstverband? We kunnen dus zeggen dat iedereen geslaagd is.
A
opsomming
B
conclusie
C
reden
D
tijdsvolgorde

Slide 6 - Quizvraag

Tekstverband? Zij is heel sterk maar hij daarentegen kan nauwelijks iets tillen.
A
reden
B
uitleg
C
opsomming
D
tegenstelling

Slide 7 - Quizvraag

Als jij alles voor mij inpakt,
koop ik iets lekkers voor onderweg.
A
toelichtend verband
B
redengevend verband
C
voorwaardelijk verband

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide