Signaalwoorden en tekstverbanden - 3F

SIGNAALWOORDEN & TEKSTVERBANDEN

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

SIGNAALWOORDEN & TEKSTVERBANDEN

Slide 1 - Tekstslide

TEKSTVERBANDEN

Zorgen ervoor dat

woorden, zinnen en alinea's

met elkaar samenhangen.

Slide 2 - Tekstslide

SIGNAALWOORDEN

Aan een

signaalwoord

zie je met

welk tekstverband

je te maken hebt.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Verband - signaalwoord

Slide 5 - Tekstslide

Verband - signaalwoord

Slide 6 - Tekstslide

Signaalwoord: TEN EERSTE ... TEN TWEEDE
A
middel-doel
B
opsomming
C
oorzaak-gevolg
D
tegenstelling

Slide 7 - Quizvraag

Tekstverband: SAMENVATTING
A
hierdoor
B
concluderend
C
om
D
kortom

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het verband tussen deze twee alinea's?

Slide 9 - Open vraag

Noteer een signaalwoord voor tijdsvolgorde uit
deze alinea

Slide 10 - Open vraag

Welk tekstverband herken je?
Eerst zet je saldo op je ov-chipkaart, daarna activeer je de kaart en vervolgens kun je inchecken en naar je werk reizen.
A
tijd
B
oorzaak-gevolg
C
probleem-oplossing
D
voorwaarde

Slide 11 - Quizvraag

Om mijn Engels te verbeteren, gebruik ik een online cursus Engels.
A
oorzaak-gevolg
B
reden/verklaring/ argument
C
doel-middel
D
voorbeeld/toelichting

Slide 12 - Quizvraag

Tekstverband: OPSOMMING
A
eerst
B
dus
C
uiteindelijk
D
ten eerste

Slide 13 - Quizvraag

Als je besluit om die telefoon niet te kopen, dan kun je op vakantie.
A
reden/verklaring/ argument
B
tijd
C
probleem-oplossing
D
voorwaarde

Slide 14 - Quizvraag

Welk verband hoort bij signaalwoord
IN HET GEVAL DAT
A
reden/verklaring/ argument
B
tijd
C
opsomming
D
voorwaarde

Slide 15 - Quizvraag

Tekstverband?
We kunnen dus zeggen dat iedereen geslaagd is.
A
opsomming
B
conclusie
C
reden/verklaring/ argument
D
tijd

Slide 16 - Quizvraag

Tekstverband?
Zij is heel sterk, maar hij daarentegen kan nauwelijks iets tillen.
A
reden/verklaring/ argument
B
voorbeeld/toelichting
C
opsomming
D
tegenstelling

Slide 17 - Quizvraag

"Het leerbedrijf waar je stage gaat lopen, is niet verplicht je een vergoeding te betalen. Maar in de praktijk doen leerbedrijven dit meestal wel."

Welk verband kom je hierboven tegen?
A
opsomming
B
tegenstelling
C
geen verband
D
voorbeeld/toelichting

Slide 18 - Quizvraag

Vandaag leer je verschillende vormen van migratie. Denk bijvoorbeeld aan emigratie.

Welk signaalwoord kom je hierboven tegen?
A
migratie
B
verschillende
C
denk ... aan
D
bijvoorbeeld

Slide 19 - Quizvraag

Als jij alles voor mij inpakt,
koop ik iets lekkers voor onderweg.
A
toelichting
B
reden/verklaring/ argument
C
voorwaarde
D
doel-middel

Slide 20 - Quizvraag

Ik ben van mening dat we met dit product moeten stoppen, maar daar denkt mijn zakenpartner anders over.

A
tijd
B
tegenstelling
C
opsomming
D
voorwaarde

Slide 21 - Quizvraag

We begonnen met een handjevol mensen. Daarna meldden zich een aantal vrijwilligers. Nu is ons gebouw al te klein.

A
tijd
B
tegenstelling
C
opsomming
D
voorwaarde

Slide 22 - Quizvraag