Present simple vs. present continuous

B3Z
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

B3Z

Slide 1 - Tekstslide

Today
  • Aims
  • Homework check
  • Present simple vs. Present continuous
  • Your turn!
  • Homework 

Slide 2 - Tekstslide

Aims
  • At the end of this lesson you,
  • know when to use the present simple.
  • know when to use the present continuous.
  • you know the difference between the present simple and continuous. 

Slide 3 - Tekstslide

Present simple
  • Je gebruikt de present simple/tegenwoordige tijd om te praten over:
  • feiten
  • gewoonten
  • dingen die regelmatig gebeuren

Slide 4 - Tekstslide

Present simple
  • Je maakt de tegenwoordige tijd door de stam van het werkwoord te gebruiken.
  • I walk to school every day.
  • He/she/it krijgt een -s achter de stam.
  • Ice melts at 100  C.

Slide 5 - Tekstslide

Present continuous
  • Je gebruikt de present continuous/duurvorm van de tegenwoordige tijd om te zeggen dat:
  • Iets nu aan de gang is.
  • om irritatie uit te drukken.

Slide 6 - Tekstslide

Present continuous
  • Je maakt de present continuous door:
  • To be + ww + -ing
  • I am
  • You are
  • he/she/it is
  • we are 
  • they are

Slide 7 - Tekstslide

Present continuous
  • Je maakt de present continuous door:
  • To be + ww + -ing
  • I am teaching
  • Sven is listening to music.
  • My sister is always kicking me.

Slide 8 - Tekstslide

The difference
  • They have to wear a school uniform.
  • Zij moeten een school uniform dragen = feit
  • They are wearing a school uniform. 
  • Zij dragen een school uniform = nu

Slide 9 - Tekstslide

Look! It ------- right now.
(rain)

Slide 10 - Open vraag

I always ------ to school by bus.
(go)

Slide 11 - Open vraag

Ice ----- at 0 ℃.
(melt)

Slide 12 - Open vraag

We ------- to the cinema.
(go)

Slide 13 - Open vraag

Marissa ------ cleaning the rabbit cage.
(clean)

Slide 14 - Open vraag

Your turn!
  • Do exercise 25 & 26
  • 25: omcirkel de juiste tijd/vorm van het ww. Kruis daarna aan waarom dit het juiste antwoord is (feit/gewoonte of nu)
  • 26: Lees de zinnen door. Is het een feit/gewoonte/regelmatige gebeurtenis of is het nu aan de gang? Schrijf de juiste vorm op.
  • use the grammar on page 71 of your tb. 
  • Done? study for the test!

Slide 15 - Tekstslide

Homework
  • Monday 2 March
  • Do exercise 25 & 26
  • Study vocab A - I
  • Stones

Slide 16 - Tekstslide