In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
H2 Grieken formatief
Slide 1 - Tekstslide
CHRONOLOGIE: zet op de juiste volgorde
timer
1:00
ontstaan agrarisch-urbane samenleving: stadstaten
ontstaan landbouwsamen-levingen
wetenschappelijk denken
discussie over beste bestuursvorm
verovering door Romeinen
Slide 2 - Sleepvraag
Ik ben een filosoof
1
Ik ben jonger dan Socrates
2
Ik was zeer geïnteresseerd in alles en heb vele observaties gedaan.
3
Ik heb les gegeven aan Alexaner de Grote
4
In de Middeleeuwen stond ik bekend als 'de filosoof'
5
Wie ben ik?
Socrates
Epicurus
Archimedes
Aristoteles
Plato
Pythagoras
Slide 3 - Sleepvraag
combineer: welke bestuursvorm bij welke omschrijving?
monarchie
tirannie
democratie
aristocratie
een groep edelen aan de macht
een alleenheerser aan de macht
een koning aan de macht
het volk aan de macht
Slide 4 - Sleepvraag
Welke beweringen over de Griekse stadstaten zijn onjuist?
A
Griekenland kende een aantal stadstaten met elk een eigen bestuur en een eigen cultuur.
B
Griekenland kende vele stadstaten, maar had desondanks een gemeenschappelijke cultuur.
C
De Grieken wilden een Grieks Rijk rond de Middellandse Zee en veroverden daarom koloniën.
D
De stadstaten stichtten koloniën om in voedsel te voorzien.
Slide 5 - Quizvraag
Wat behoort niet tot het wetenschappelijk denken van de Grieken?
A
Demokritos kwam met de theorie dat de oerstof bestond uit niet met het oog waarneembare deeltjes, die niet meer verder kunnen worden gesplitst.
B
Plato beweerde dat rechtvaardigheid, geluk en schoonheid aangeboren zijn.
C
Hippocrates beweerde dat ziekte het gevolg was van een onjuiste verhouding tussen de in het lichaam aanwezige lichaamsvochten (bloed, slijm, gele gal en zwarte gal).
D
Socrates beweerde dat een zieke naar een kruidenvrouwtje moest gaan, of naar de tempel om te offeren, in de hoop weer gezond te worden.
Slide 6 - Quizvraag
Een uitspraak: In de democratie van Athene werden de inwoners van de stadstaat gelijk behandeld. Leg uit of de uitspraak juist is.
Slide 7 - Open vraag
Gebruik bron 2. Leg met een bronelement uit of de tekst gaat over een goed voorbeeld van het wetenschappelijk denken van de Grieken.
Slide 8 - Open vraag
In de Griekse oudheid kwam wetenschappelijk denken tot ontwikkeling. Leg uit waarom deze ontwikkeling niet in de tijd van de jagers-verzamelaars kon plaatsvinden.
Vergelijken
Bij deze vraag moet je twee historische periodes vergelijken en vervolgens beredeneren waarom wel in de ene en niet in de andere. Vergelijken van periodes/tijdvakken/gebeurtenissen is een historische vaardigheid.
Slide 9 - Open vraag
Leg uit op welke wijze Alexander de Grote bijdroeg aan de verspreiding van de Griekse cultuur