Unit 1 - Grammar 2 Gerund & Infinitive

Welcome h3p!
1. Put your phone in the phonebag
2. Take your book and notebook out
3. Put your pencil case on your table. 



Welcome to English, H3!
1. Put your phone in the pouch.
What to do?
2. Have your books ready.
3. Put your stationery on your desk.
4. Let's begin!
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welcome h3p!
1. Put your phone in the phonebag
2. Take your book and notebook out
3. Put your pencil case on your table. 



Welcome to English, H3!
1. Put your phone in the pouch.
What to do?
2. Have your books ready.
3. Put your stationery on your desk.
4. Let's begin!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Today's planning:
Today we're going to
Learn when to use the gerund and to + infinitive
Class practice
Do grammar exercises 29-31


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gerund
Een werkwoord dat eindigt op -ing en zich gedraagt als een zelfstandig naamwoord. Het is in de zin dus geen zelfstandig werkwoord

Het lijkt veel op de continuous tense, maar is dus een andere tijd. Soms moet of kun je in plaats van de gerund ook to + hele werkwoord gebruiken.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden van wat de gerund NIET is!



- I am watching a video.
- He is playing with his brother.
- She was doing her homework.
Hier hebben de werkwoorden allemaal de vorm van werkwoord+ing, maar dit zijn voorbeelden van de continuous
1. Er staat een vorm van to be (am, is, was) vóór het ww

2. Het werkwoord is deel van het gezegde en niet het onderwerp, lijdend voorwerp of meewerkend voorwerp

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De gerund is WEL.....
- I love playing games.
- Laughing is good for you.
- Susie likes shopping.
Hier wordt het werkwoord+ing, gebruikt als zelfstandig naamwoord. Je spreekt dan van de gerund. Dus een werkwoord als zelfstandig naamwoord is de gerund.

! Zoals je ziet is het werkwoord hier NIET gekoppeld aan een vorm van to be (am, is, are, was, were)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Find the gerund
1. Singing in the choir gives her a sense of belonging.
2. Playing outdoors is essential for children.
3. Painting landscapes is his passion.
4. Writing letters can help you express your feelings.
5. Dancing is a great way to socialize and stay active.
6. I dislike waiting for buses.
timer
2:00

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gerund or continuous form?
1. She is swimming in the pool right now.
2. Swimming in the ocean is his favorite summer activity.
3. They were laughing so loudly that it woke up the neighbors.
4. Laughing at jokes is a great way to relieve stress.
5. He is running a marathon next weekend.
6. Running is excellent exercise for improving health.


She was reading a fascinating book all night.
Reading novels is a hobby she enjoys in her free time.
They are cooking dinner together.
timer
2:00

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf links: Wanneer gebruik je de gerund?
1. Na ww waarmee je aangeeft of je iets wel of niet leuk vindt.
- (dis)like,
-love
-hate
-fancy
-envy


2. Samen met zintuigelijke werkwoorden 
-see
-watch
-hear
-smell
-feel
3. Na:
-avoid
-consider
-give up
-go on
-keep
-mind
-prefer
-recommend
-start
-stop
-suggest

Slide 8 - Tekstslide


gerund-expaining something that you feel
I like drinking tea
after a verb that isn't an auxiliary
I hope he considers changing his mind.
after verbs about the senses
I hear birds singing
To + infinitive
Naast the gerund heb je ook the infinitive. Het infinitief is het hele werkwoord. 
Dit is altijd "to + het hele werkwoord"

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf rechts: Wanneer gebruik je to + het hele werkwoord?
1. Na werkwoorden die een wens uitdrukken 
-wish
-hope
-want
-dream
-desire


2. Na werkwoorden die een bevel uitdrukken 
-demand
-forbid
-prohibit
-allow
-restrict


3. Na:
-decide
-expect
-choose
-hesitate
-learn
-refuse
manage


Deze uitzonderingen moet je leren! Maak het jezelf gemakkelijk door de verschillen naast elkaar te zetten.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oliver is looking forward to
... his friends on holiday.
A
see
B
seeing

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

We'd like ... to
Russia next year.
A
to go
B
going

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

This afternoon I'm looking forward to ..... the Cuban water ballet team.
A
see
B
seeing

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I love ...... to this city
because it's so exciting!
A
came
B
coming
C
come
D
to come

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I enjoy ..... the sport events, and so far I've seen a BMX competition and a boxing match.
A
watches
B
watch
C
watching
D
to watch

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Anna and Charles hope ... to a festival this summer.
A
going
B
to go

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Do you enjoy ... on a campsite?
A
staying
B
to stay

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I want ... with my friends.
A
to spend time
B
spending time

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I've started ... at this school this year.
A
to work
B
working

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

She continued ... about her accomplishments.
A
brags
B
to brag
C
bragging
D
to bragging

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I demand ... dinner right now!
A
having
B
to have
C
have

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

You aren't allowed ... over that fence, kids!
A
jumping
B
jump
C
to jump

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

This year I've decided .....
my cousins at the summer festival.
A
meet
B
meeting
C
to meet

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

He never eats breakfast before .... (to head out) to work

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

I don't mind ... up early.
A
to getting
B
to get
C
getting
D
gets

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

The film isn't worth ....
A
seeing
B
to see
C
to seeing
D
see

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I watched him ... (to kayak) through that river.

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

"Do you mind _____ quiet for a while? Because I really need to finish this assignment today."
A
being
B
to be

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Emily isn't interested in
... beach volleyball.
A
to play
B
playing

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

This topic about 'gerund' and 'infinitive' is clear to me now.
A
Yes, definitely
B
Yes, I think so...
C
No, I need some more explanation
D
No, but I only have to practice some more.

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Please complete exercises  29-31 in your book 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies