Week 38 - Schrijfplan, hoofdletters

ZRGVEPL419AK
ZRGVEPL420AK
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

ZRGVEPL419AK
ZRGVEPL420AK

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

https://LessonUp.app/invite/group/awlox

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?

Alle studenten doen mee: thuis en online

- Uitleg handboek
- Het stappenplan bij schrijven
- Uitleg: onderdeel komma's & hoofdletters


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

STAPPENPLAN 
  • Wat is een stappenplan?
  • Wanneer gebruik je dit?
  • Wat moet erin?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. ONDERWERP

  • In wat deel je het hoofdonderwerp op?
  • In deelonderwerpen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. SCHRIJFDOEL
  • Welke schrijfdoelen ken je?
  • Informeren, instrueren, mening geven, overtuigen, vermaken

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. HOOFDGEDACHTE
  • Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
  • De kern van de tekst -> de boodschap die je wilt overbrengen.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. DOELGROEP
  • Voor welke groep mensen schrijf je?
  • Waarom is dat belangrijk?
  • Wat doe je ermee als je het weet?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5. INFORMATIE
  • Hoe verzamel je informatie?
  • Waar let je op bij het verzamelen van informatie?
  • Waar moet je rekening mee houden?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6. SCHRIJFPLAN
  • Waar deel je de tekst in op?
  • Wat staat waar?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7. KLADVERSIE
Je gaat aan de slag en bekijkt een aantal zaken:
- je schrijft voor een ander
- je taal aanpassen aan de doelgroep
- maak je zinnen niet te lang

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8. CONTROLE
  • Klopt de inhoud?
  • Kan de doelgroep jouw tekst begrijpen?
  • Zijn de zinnen niet te lang?
  • Interpunctie en taalfouten

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

9. DEFINITIEVE VERSIE

Verbeter je kladversie en maak de definitieve versie.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht werkboek
- Maken: opdracht 2 (blz. 91)
- Schrijf de mail in Word.
- Let op alle onderdelen uit het stappenplan.
- Zorg ervoor dat alle onderdelen benoemd worden.
- Lever deze opdracht vóór 20 september in
via de mail. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen


  • Je weet wanneer je een komma moet plaatsen.
  • Je weet dat hele zinnen beginnen met een hoofdletter.
  • Je kent de regels voor hoofdletters in eigennamen, aardrijkskundige namen, feestdagen en bedrijven.
  • Je kunt de regels toepassen.

Slide 18 - Tekstslide

Leerdoelen:
• Je weet dat hele zinnen beginnen met een hoofdletter.
• Je kent de regels voor hoofdletters in eigennamen en aardrijkskundige namen.
• Je kunt de regels toepassen in eenvoudige situaties.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De komma
Het moeilijkste leesteken.

Een komma zorgt ervoor dat je een zin makkelijker kunt lezen.

Het is een rustpunt in de zin.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer?
Tussen twee persoonsvormen.
Toen ze dat verteld had, begon iedereen te juichen.

Tussen twee werkwoorden die tot verschillende zinnen behoren.
Als jij niet belt, bel ik zelf wel even.

Als er midden in de zin een voegwoord staat. Bijvoorbeeld bij omdat, doordat, zoals, terwijl, aangezien, want en maar.

Ik kan niet naar het feest, omdat ik dan op vakantie ben. 
Zij kon niet slapen, doordat haar broertje snurkte.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer?
Tussen twee bijvoegelijke naamwoorden die je onderling kunt verwisselen:
Die leuke, knappe en jonge dame is erg sportief.
Die knappe, leuke en jonge dame is erg sportief
Die jonge, knappe en leuke dame is erg sportief.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdletters

Slide 23 - Tekstslide

Oefen verder in SCORE.
Hoofdletters
in een zin

Een zin begint altijd met een hoofdletter.

Bijvoorbeeld:
Ik ga met Ivo naar Parijs.


Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdletters 
bij namen

Alle namen worden met een hoofdletter geschreven.
Kijk maar naar je eigen naam!

Bijvoorbeeld:
Ik ga met Ivo naar Parijs.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Namen 
Je schrijft altijd de voornaam en achternaam
met een hoofdletter.

Dus:

Anna Mulder - Wesley Smit - Amir Hassan 




Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tussenvoegsel
Soms staan er nog een of meer woordjes tussen:
de, van, van de, van der
Dit stukje van de naam schrijf je alleen met een
hoofdletter als de naam ermee begint:

Sem de Vries - (meneer) De Vries
Iris van Vliet - (familie) Van Vliet

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aardrijkskundige namen

Namen van plaatsen, streken en landen schrijf je ook met een hoofdletter.

Bijvoorbeeld:
Ik ga met Ivo naar Parijs.


Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aardrijkskundige namen
\
Maar ook bijvoorbeeld voor bergen, rivieren, woestijnen, hemellichamen.

Bijvoorbeeld:
de Pyreneeën, de Schelde, de Sahara, de Poolster



Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dagen
Feestdagen schrijf je met een hoofdletter
Kerst

Afleidingen van feestdagen niet
eerste kerstdag

Dagen, maanden en seizoenen niet
maandag, januari, zomer

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Namen van bedrijven, organisaties en merken

Rabobank
 Greenpeece
 Coca-Cola

Uitzonderingen bij sommige organisaties en bedrijven
iPhone, HEMA 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

beste mevrouw tamineau
In de bovenstaande zin moet...
A
1 hoofdletter
B
2 hoofdletters
C
3 hoofdletters
D
geen hoofdletters

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

september
A
hoofdletter
B
kleine letter

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

moederdag
A
hoofdletter
B
kleine letter

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdletter of niet?
A
titanic
B
Titanic

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdletters: goed of fout?
Zuid-Hollandse
A
goed
B
fout

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Kermis staat van Woensdag tot Zaterdag op het plein.
A
hoofdletters staan allemaal goed
B
niet alle hoofdletters staan goed

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar staan de hoofdletters goed?
A
mevrouw Van Beek
B
mevrouw van beek
C
mevrouw van Beek

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is de zin goed of fout?

Zij is in januari jarig.



A
goed
B
fout

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met kerst vieren wij dat Jezus christus is geboren.
Hoeveel hoofdletters mis je?
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar moeten de hoofdletters? Typ:
marco van der veen

Slide 42 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar moeten de hoofdletters? Typ:
'beste mevrouw van vliet,'

Slide 43 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zet de missende leestekens en hoofdletters op de juiste plaats 

geachte meneer de vries

dagmar houdt van pianospelen paardrijden en boksen

de vrouw riep boos uit bah ik lust geen komkommersoep

ik ging naar de kapper die ik al jaren ken om mijn pony te laten knippen

38 auto's waren betrokken bij een ongeluk in zuid frankrijk.

de boer werkt op het land zodat daar bloemkool kan groeien

wil je even helpen jurre vroeg ik 

ik wil het liefst een rode kleine auto van het merk alfa romeo 

wat sara durft is echt moedig

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geachte meneer De Vries
Dagmar houdt van pianospelen, paardrijden en boksen.
De vrouw riep boos uit: "Bah, ik lust geen komkommersoep!"
Ik ging naar de kapper, die ik al jaren ken, om mijn pony te laten knippen.
38 auto's waren betrokken bij een ongeluk in Zuid-Frankrijk.
De boer werkt op het land, zodat daar bloemkool kan groeien.
"Wil je even helpen, Jurre?" vroeg ik.
Ik wil het liefst een rode, kleine auto van het merk Alfa Romeo.
Wat Sara durft, is echt moedig.
Antwoorden 

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Werkboek: opdracht 2 maken en inleveren

Online: Studiemeter -> Methode -> 
VIA Starttaal Online ->  2F -> Spelling 
->  Hoofdletters 1,2,3 + deeltoets

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies