Ontdek de 't ex-kofschip spelling

Wat weet je al over de 't ex-kofschip spelling?

Stam

De stam van een werkwoord is de vorm zonder de uitgang '-en'. Bijvoorbeeld: 'werken' -> stam 'werk'.

Ik-vorm

De ik-vorm van een werkwoord is de vorm waarin het werkwoord wordt gebruikt als je zelf de handeling uitvoert. Bijvoorbeeld: 'werken' -> ik-vorm 'werk'.

Tegenwoordige tijd

In de tegenwoordige tijd wordt de 't ex-kofschip regel toegepast wanneer het onderwerp in enkelvoud is. Bijvoorbeeld: 'Ik werk' (met een 't') en 'Hij werkt' (zonder 't').

Verleden tijd

In de verleden tijd wordt de 't ex-kofschip regel toegepast wanneer het werkwoord eindigt op een medeklinker uit het ex-kofschip. Bijvoorbeeld: 'Ik werkte' (met een 't') en 'Hij werkte' (zonder 't').

Voltooid deelwoord

Het voltooid deelwoord wordt op dezelfde manier geschreven als de verleden tijd. Bijvoorbeeld: 'gewerkt' (met een 't') en 'gewerkt' (zonder 't').

Oefenen

Laten we nu gaan oefenen met de 't ex-kofschip spelling!

Oefening 1

Vul de juiste vorm van het werkwoord in: 'Hij ______ gisteren al gegeten'.

Oefening 1 - Antwoord

Hij heeft gisteren al gegeten.

Oefening 2

Vul de juiste vorm van het werkwoord in: 'Wij _______ naar school'.

Oefening 2 - Antwoord

Wij gaan naar school.

Oefening 3

Vul de juiste vorm van het werkwoord in: 'Zij _______ naar de film'.

Oefening 3 - Antwoord

Zij is naar de film geweest.

Samenvatting

We hebben vandaag geleerd over de 't ex-kofschip spelling bij de stam, ik-vorm, tegenwoordige tijd, verleden tijd en voltooide deelwoord.

Einde

Bedankt voor jullie aandacht!

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.