§1 Kennismaking met Iran (+INTRODUCTIE met de klas)

Welkom bij aardrijkskunde
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Welkom bij aardrijkskunde

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide




Mijn levenskaart

Slide 3 - Tekstslide

Afspraken
1. Respect voor elkaar = goede en gezellige en leuke lessen!
2. Durf te vragen! Loop even bij mij langs of stuur een mail:
mij@st-maartenscollege.nl
3. Wil je iets zeggen of vragen: graag hand of vinger opsteken
4. Tijdens de les: geen telefoons toegestaan --> in tas!
5. Je kan alleen maar goed meedoen en mooie cijfers halen, als je alle spullen en huiswerk in orde hebt!


Slide 4 - Tekstslide

Wat neem ik mee naar de les?
opgeladen Chromebook
lesboek + basisboek De Geo
werkboek De Geo 
schrift om aantekeningen te maken
pen, kleurpotloden, geodriehoek, rekenmachine


Slide 5 - Tekstslide

Waar gaat
aardrijkskunde over?

Slide 6 - Woordweb

Slide 7 - Video

Laten we samen kijken hoe het boek eruit ziet.

Slide 8 - Tekstslide

Check
Classroom

Slide 9 - Tekstslide

Je weet waar in Canada de meeste en minste mensen wonen. 
Leerdoelen
- Je weet waar in Canada de meeste en minste mensen wonen. 
- Je weet wat het verschil is tussen overzichts- en thematische kaarten. 
- Je weet hoe je een kaart moet aflezen door gebruik te maken van vier kaart onderdelen.
- Je weet de topografie van Canada.

Slide 10 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 11 - Tekstslide

Wat weet jij van Iran?

Slide 12 - Woordweb

Slide 13 - Link

Hoe ziet de wereldkaart er volgens jou uit?
  • Nodig: Op A3 papier ga je de wereld natekenen, pen of potlood
  • Wat: Teken klein Nederland in het midden van Europa. Teken dan China, Verenigde Staten, Brazilië, Afrika, India en Rusland op de kaart. Denk aan hoe groot de landen eigenlijk zijn en waar ze liggen. (zonder te spieken natuurlijk
  • Hoe: Rustige manier van werken en met degene naast je overleggen
  • Resultaat: Wereldkaart nagetekend.
  • Veel succes!

Wereldoriëntatie
timer
12:00

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Hier zie je een kaart van Iran! Zoals je ziet is dit niet even groot als de werkelijkheid. Anders zouden we heel veel lokalen nodig hebben om de kaart te kunnen maken. Een kaart is dus een verkleinde weergave. 

Slide 18 - Tekstslide

Je ziet hier de titel van de kaart. De titel heeft een onderwerp en is dus een thematische kaart. Het onderwerp van deze kaart is de bevolkingsdichtheid van Iran. Deze kaart laat dus het gemiddelde aantal inwoners per vierkante kilometer (inw/km2) in Iran zien. 

Slide 19 - Tekstslide

Overzichtskaarten

Slide 20 - Tekstslide

Overzichtskaart
Handig voor topografie

Thematische kaart
Een kaart met een bepaald onderwerp

Slide 21 - Tekstslide

Thematische kaarten

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Welke dingen (die op de kaart staan) heb je nodig om een kaart te lezen?

Slide 25 - Open vraag

Hier zie je de schaal van de kaart. Een schaal geeft aan hoeveel een gebied op een kaart is verkleind.

Schaal is alleen maar een verhouding.
Sommige mensen denken dat "schaal" iets te maken heeft met centimeters, maar dat is onjuist. Als iets op schaal getekend is, geeft de schaal de verhouding aan tussen de tekening en de werkelijkheid.

Bij een schaal van 1:100 is een centimeter op de kaart 100 cm in werkelijkheid.
Maar ook is bij een schaal van 1:100 een millimeter op de kaart 100 mm in werkelijkheid.
En bij diezelfde schaal is de lengte van een gebouw in werkelijkheid 100 keer zo groot.

Een fietskaart met een schaal van 1:50.000
Elke afstand op de kaart is in werkelijkheid 50.000 keer zo groot.
1 cm op de kaart = 50.000 cm = 500 m = 0,5 km
2 cm op de kaart = 1 km
 


In een kaart staat soms een noordpijl. Als er geen noordpijl staat, is de bovenkant van de kaart het noorden.


Dit is de titel van de kaart. Deze vind je vaak in de legenda van een kaart terug. 
Alle symbolen en kleuren hiernaast zijn de legenda van de kaart. Dat is de uitleg van de betekenis van de kleuren en de symbolen op een kaart. In deze legenda zie je bijvoorbeeld dat een rode kleur op de kaart betekend dat het gebied een hoogteligging heeft van 3000m of meer. Dit gebied ligt dus hoger dan 3000meter!! 

Slide 26 - Tekstslide

1. Wat heb je deze les geleerd?
2. En wat heb je nog niet zo goed begrepen?

Slide 27 - Open vraag

Aan de slag!
  • Lees bladzijde 8 in je tekstboek.
  • Maak opdracht 2 en 4 (blz 5 uit werkboek)
     (voor de topografie mag je internet gebruiken)
  • Regels wanneer je aan het werk bent:
  • Je werkt alleen / in tweetallen en op fluistertoon.
  • Je steekt je vinger op als je iets wilt vragen
  • GEEN TELEFOONS

timer
1:00

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Verklaar de bevolkingsdichtheid
  • Kies vijf gebieden in de wereld met een hoge of lage bevolkingsdichtheid en bedenk vervolgens een verklaring. 
  • Leg dus uit waarom er ergens op de wereld veel of weinig mensen op een plek wonen. Voorbeelden?
  • Waarom is de bevolkingsdichtheid zo laag in het grootste deel van Australië?
  • Waarom is de bevolkingsdichtheid zo hoog in het noorden van India?
  • Klaar? Check met degene voor of achter je. Wat valt op? Je mag alvast van Start maken opdracht 1, 2 en 4. (Bladzijde 4 van je werkboek)

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Waar gaat deze kaart over?

Slide 33 - Tekstslide

Ik kan aan degene naast mij uitleggen wat bevolkingsdichtheid betekent
Eens
Oneens

Slide 34 - Poll

Ik kan de bevolkingsdichtheid van een land berekenen
Eens
Oneens

Slide 35 - Poll

Verklaar de bevolkingsdichtheid
  • Pak je opdracht van vorige week erbij. (bevolkingsdichtheid)
  • Wat hebben we gevonden?
  • Kies vijf gebieden in de wereld met een hoge of lage bevolkingsdichtheid en bedenk vervolgens een verklaring. 
  • Leg dus uit waarom er ergens op de wereld veel of weinig mensen op een plek wonen. Voorbeelden?

Slide 36 - Tekstslide


schaal
Rechtsboven staat dat de schaal van deze kaart 1:200.000 is.
Rechtsboven staat dat de schaal van deze kaart
1 : 1 200 000 is
1:1 200 000
1 centimeter op de kaart is in werkelijkheid 12 kilometer 
berekenen schaal
Je meet met je lineaal hoeveel centimeter 2 plaatsen van elkaar liggen op de kaart. Dan kijk je wat de schaal van de kaart is. 
In dit geval: 1:1 200.000. Je streept ALTIJD 5 nullen weg: 1 cm is dus 12 kilometer in het echt. 
Stel plaats A en B liggen 5 centimeter uit elkaar op de kaart dan is dat in werkelijkheid 5 x 12 km. = 60 kilometer.
5 cm

Slide 37 - Tekstslide

Rekenen met de schaal

Bereken wat de "echte" afstand in km is.
  • Schaal 1 : 100 000 = ......km?         Afstand op de kaart 3 cm
  • Schaal 1 : 450 000 = ......km?        Afstand op de kaart 10 cm
  • Schaal 1 : 20 000 = ......km?           Afstand op de kaart 5 cm
  • Schaal 1 : 2 000 000  = ......km?   Afstand op de kaart 13 cm
  • Schaal 1 : 25 000  = ......km?          Afstand op de kaart 8 cm

Slide 38 - Tekstslide

Hoe bereken je de afstand op een kaart?
1.   meet de afstand in cm op de kaart
2.   zoek op de kaart het schaalgetal
3.   dit getal staat in cm ( bv 1: 1 200 000)
4.   haal 5 nullen weg ( 1: 12)  of wanneer er geen 5 nullen zijn: , 5 naar links
5.   1 cm = 12 km
6.   je gemeten afstand is 5 cm 
7.   de afstand tussen de 2 plaatsen is dus 5 x12 = 60 km

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Video

Wat is het verschil tussen een thematische- en een overzichtskaart?

Slide 41 - Open vraag

Leg in je eigen woorden uit wat bevolkingsspreiding betekent

Slide 42 - Open vraag

Wat is het verschil tussen een thematische- en een overzichtskaart?

Slide 43 - Open vraag

1. Wat heb geleerd deze paragraaf?
2. En wat heb je nog niet zo goed begrepen?

Slide 44 - Open vraag

Aan de slag!
  • Lees de tekst op pagina 8/9 in je tekstboek.
  • Maak opdrachten: 5, 6, 7, 8, 9

    Regels wanneer je aan het werk bent:
  • Je werkt alleen / in tweetallen en op fluistertoon.
  • Je steekt je vinger op als je iets wilt vragen.
  • GEEN TELEFOONS

Slide 45 - Tekstslide