3BBL 4.1 les 2

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Je hebt geleerd dat je waarneemt via je zintuigen. Wat is eigenlijk GEEN zintuig, maar een orgaan?

1. Pijnzintuig
2. Tastzintuig
3. Warmtezintuig
4. Hersenen

Hoeveel soorten zintuigen heb je in je huid?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Een vlieg loopt over je wang

In de winter krijg je koude handen op de fiets

Je staat onder de warme douche

Je voelt dat je schoenen pijn doen

Tastzintuigen

Koudezintuigen

Warmte zintuigen

Pijnzintuigen

Wat is een prikkel?

1. een elektrisch signaaltje door een zenuw
2. Iets dat je vervelend vindt.
3. Informatie uit de omgeving
4. een elektrisch signaaltje door de zenuw die je kunt waarnemen

Wat is de prikkel voor je reukzintuig?

1. Licht
2. Geur
3. Geluid
4. Smaak

Geluid

Licht

Geurstoffen

Smaakstoffen

Aanraking

Oor

Huid

Tong

Neus

Oog

Sleep de prikkel naar de juiste organen met zintuigen.

Welke prikkel kun je niet waarnemen met je huid?

1. Warmte
2. Licht
3. Druk
4. Pijn

Je geluidszintuigen in je oren zijn belangrijk voor de veiligheid in het verkeer.

1. Waar
2. Niet waar

Wat is een impuls?

Via welke route gaat een prikkel naar de hersenen?

1. prikkel -> impuls -> zenuw -> hersenen
2. prikkel -> zintuig -> impuls -> zenuw -> hersenen
3. prikkel -> zenuw -> impuls -> hersenen
4. prikkel -> zintuig -> zenuw -> impuls -> hersenen

Zet de zinnen in de juiste volgorde.

1

2

3

4

5

De lichtzintuigen in je ogen zetten de lichtprikkels om in impulsen.

De impulsen gaan via een zenuw naar de hersenen.

Je wordt je bewust van de prikkel: je ziet het berichtje.

De hersenen sturen impulsen naar de spieren.

Als reactie op de prikkel 'er is een berichtje' pak je je mobieltje.

Wanneer neem je waar?

1. Wanneer de prikkel wordt opgevangen door het zintuig.
2. Wanneer de prikkel wordt omgezet in een impuls.
3. Wanneer de impuls in het ruggenmerg komt.
4. Wanneer de impuls in de hersenen komt.

Opdrachten

Lezen: bladzijde 11 en 12

Maken: opdracht 5 t/m 9

Typ hieronder het antwoord op vraag 6 (blz. 11)

De volgende les

Het oog

Lezen: tekst op blz. 14 t/m 18 voor de volgende les