Quiz zintuigen

Quiz 
Zintuigen
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Quiz 
Zintuigen

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de functie van een zintuig?
A
Een zintuig neemt prikkels waar.
B
Een zintuig zet prikkels om in berichten voor de hersenen.
C
Een zintuig geeft berichten door aan de hersenen.
D
Een zintuig neemt berichten waar.

Slide 2 - Quizvraag

Wat is een prikkel?

Slide 3 - Open vraag

Uitwendige prikkels
Inwendige prikkels
licht
kou
dorst
geur
geluid
honger
spierpijn
hormonen

Slide 4 - Sleepvraag

Wat is een adequate prikkel voor je...
Oog
Oor
Neus
Tong
Huid
licht
geluid
geurstoffen
smaakstoffen
temperatuur
pijn
vormen

Slide 5 - Sleepvraag

Zet de zinnen in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
De lichtzintuigen in je ogen zetten de lichtprikkels om in impulsen.
De impulsen gaan via een zenuw naar de hersenen.
Je wordt je bewust van de prikkel: je ziet het berichtje.
De hersenen sturen impulsen naar de spieren.
Als reactie op de prikkel 'er is een berichtje' pak je je mobieltje.

Slide 6 - Sleepvraag

Via welke route gaat een prikkel naar de hersenen?
A
prikkel -> impuls -> zenuw -> hersenen
B
prikkel -> zintuig -> impuls -> zenuw -> hersenen
C
prikkel -> zenuw -> impuls -> hersenen
D
prikkel -> zintuig -> zenuw -> impuls -> hersenen

Slide 7 - Quizvraag

Wat betekent het woord 'drempelwaarde'?
A
De maximale sterkte van een prikkel die een zintuig nog kan doorgeven.
B
De minimale sterkte van een prikkel die een zintuig nog kan doorgeven.

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de beste omschrijving van een 'prikkel'?
A
Een prikkel is hetzelfde als een impuls, maar dan van buiten het lichaam.
B
Een prikkel is een invloed van een organisme op het milieu.
C
Een prikkel is een invloed van het milieu op het organisme.
D
Geen van de gegeven antwoorden is juist.

Slide 9 - Quizvraag

Enkele zintuigen bij de mens zijn tastzintuigen, geurzintuigen, smaakzintuigen en pijnzintuigen.
Welke van deze zintuigen kunnen in de tong liggen?
A
Alleen geurzintuigen en smaakzintuigen
B
Alleen smaakzintuigen en pijnzintuigen
C
Smaakzintuigen, geurzintuigen en pijnzintuigen
D
Smaakzintuigen, pijnzintuigen en tastzintuigen

Slide 10 - Quizvraag

Voor haaien zijn de meeste mensen bang. Toch zullen ze een zwemmer niet snel aanvallen. Alleen als er een inwendige en een uitwendige prikkel is , wil de haai de mens nog wel eens voor een lekker hapje zien.
Wat zal voor de haai de inwendige prikkel zijn?
En wat is voor de haai de uitwendige prikkel?
A
De inwendige en de uitwendige prikkel zijn hetzelfde, namelijk honger.
B
de inwendige prikkel is honger, de uitwendige prikkel de zwemmer zien.
C
De inwendige en de uitwendige prikkel zijn hetzelfde, namelijk de zwemmer zien.
D
De inwendige prikkel is de zwemmer zien en de uitwendige prikkel is honger.

Slide 11 - Quizvraag

Waar in het oog zijn de meeste lichtzintuigcellen?
A
In de pupil
B
bij de gele vlek
C
bij de blinde vlek
D
in de iris

Slide 12 - Quizvraag

De opperhuid bestaat uit
A
de lederhuid en vetcellen
B
het onderhuidsbindweefsel
C
kiemlaag en vetlaag
D
hoornlaag en kiemlaag

Slide 13 - Quizvraag

het slakkenhuis in het oor
A
geeft trillingen door aan de de gehoorzenuw
B
vangt geluidstrillingen op
C
geeft geluid door aan de gehoorbeentjes
D
heeft trilhaartjes

Slide 14 - Quizvraag