Zoek een passage in je boek, waar de sfeer van het boek tot uiting komt.
Schrijf op wie de hoofdpersonen zijn in deze passage.
Verzin een gesprek tussen twee van de hoofdpersonen. Uit dit gesprek kan iemand die het boek niet kent, toch ontdekken waar dit boek over gaat.
Maak mooie, goede zinnen. Denk om de hoofdletters en interpunctie. Gebruik minimaal 100 woorden.
Draag je gesprek (samen met iemand anders) voor.
Je mag de tekst meteen op je site zetten.
VOORBEELD:
Delano: Pas op Luus, er vliegt een milkshake op je af!!!
Luus: Een Milkshake? Hoe kan dat?
Delano: Duiken! Daar vliegen drie hamburgerdrones!
Luus: Hamburgerdrones?
Delano: Oeps, het zijn vleesmessen!
Luus: Wie verzint dit? Wie wil ons dood hebben?
Delano: Mond dicht! Ga schuilen onder de tafel!!!
Luus: We komen hier nooit meer weg! We gaan dood!
Delano: Ze laten ons heus niet dood gaan. Onze ouders hebben ons hier naartoe gestuurd, we dachten dat het een leuk weekend zou worden, maar het lijkt wel of ze ons een lesje willen leren.
Luus: Pas op! Een mes!