6.3 Het absolutisme

1 / 16
volgende
Slide 1: Sleepvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Sleepvraag

Nadelen feodalisme
(Herhaling) 
  • Koning is afhankelijk van onderdanen (belastingen/soldaten)
  • Leenmannen laten het land erven --> na enkele generaties onduidelijk van wie land is / leenmannen vergaren veel land en macht
  • Nieuwe regels waar koning niets van af weet
  • Steden willen zich losmaken van landheer
  • Om weer volledige macht te krijgen --> centralisatie 

Slide 2 - Tekstslide

6.3 Het streven naar absolute macht
Je kunt:
- Uitleggen op welke manier koningen probeerden absolute macht te krijgen (politiek, economisch, cultureel).
- Je kunt Lodewijk XIV als voorbeeld gebruiken voor het uitleggen van absolute macht.

Slide 3 - Tekstslide

Kenmerkend aspect
Het streven van vorsten naar absolute macht
Streven naar = proberen
(zou het dan ook lukken?)
Alle macht

Slide 4 - Tekstslide

Aan de slag! 
Lees nu 6.3 uit het boek en maak daarna de vragen.
Je hebt 20 minuten om deze te maken, je kunt de timer gebruiken om dit bij te houden.

1. Waarom streefde Lodewijk XIV naar het absolutisme?
2. Wat heeft de term Zonnekoning te maken met absolutisme?
3. Leg uit waarom absolutisme gezien kan worden als een extreme van centralisatie.
4. Leg uit hoe Lodewijk op politiek, economisch en cultureel gebied streefde naar absolutisme.
5. Leg uit waarom het Lodewijk XIV toch niet lukte om volledig alle macht in handen te krijgen.
timer
20:00

Slide 5 - Tekstslide

Antwoorden
1. Lodewijk ging verder met centraliseren. (Zijn vader was daarmee begonnen) Hij vertrouwde ook de adel niet en wilde alle macht zelf hebben.
2. Alles draait om de zon (letterlijk draaien alle planeten om de zon). Zo draaide bij het absolutisme alles om de koning.
3. Bij centralisatie gaat de macht naar één punt en werd het land vanuit één punt geregeerd (vaak een hoofdstad). Bij het absolutisme is de macht zo ver naar één punt gegaan dat het in één persoon zit, de koning.
4. Politiek gebied gebruikt Lodewijk ambtenaren en een beroepsleger om de macht van de adel te beperken. Bovendien moest de adel aan het hof in Versailles wonen zodat Lodewijk ze kon controleren.
Economisch gebied voerde Lodewijk het mercantillisme in.
Cultureel gebied wilde hij dat iedereen katholiek werd.
5. Het lukte Lodewijk niet om de adel en geestelijkheid belasting te laten betalen, dus hij had niet alle macht. Hij wilde de inkomsten die hij misliep aan belasting ondervangen door het mercantillisme.

Slide 6 - Tekstslide

Uitleg

Slide 7 - Tekstslide

Lodewijk XIV
Lodewijk was de absolute koning van
Frankrijk.
Hij werd ook wel de Zonnekoning genoemd,
omdat alles om hem draaide.
  • Dit was gebaseerd op het droit divin
    (goddelijk recht).
  • → De macht was verkregen van God.


L'etat, c'est moi

Slide 8 - Tekstslide

Standenmaatschappij
Om dit te handhaven...
  • moest er een standenmaatschappij zijn: een indeling van de maatschappij op basis van bepaalde kenmerken met elk eigen bevoegdheden en rechten. 
  1. Eerste stand: geestelijkheid
  2. Tweede stand: adel
  3. Derde stand: boeren en burgers
  • had Lodewijk zijn hele hofhouding (dus de tweede stand) zoveel mogelijk in Versailles gehuisvest

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Lodewijks absolute macht
Lodewijk beïnvloedde Frankrijk op verschillende terreinen:
  1. Economie: mercantilisme= de overheid versterkt de economie door productie en export te stimuleren en import te beperken
  2. Cultureel: alleen katholicisme (vervolging hugenoten)
  3. Politiek:
    - Volledige controle over de adel
    - Privileges voor 1e en 2e stand

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Centraliseren is mogelijk als
A
De Noormannen ophouden met hun aanvallen
B
er weer een hoofdstad is
C
er weer een keizer is
D
er weer een geldeconomie is

Slide 13 - Quizvraag

Waar past onderstaand begrip het beste bij?
ABSOLUTISME
A
Frankrijk
B
Engeland
C
Republiek

Slide 14 - Quizvraag

Wat wordt er bedoeld met het mercantillisme?
A
Veel export, weinig import
B
Veel export, veel import
C
Veel import, weinig export
D
Weinig import, weinig export

Slide 15 - Quizvraag

Wat is geen kenmerk van het absolutisme onder Lodewijk XIV?
A
Er komen hervormingen in de economie
B
Het Edict van Nantes wordt ingetrokken
C
De adel komt op Versailles wonen
D
Er werden weinig oorlogen gevoerd

Slide 16 - Quizvraag